Omdat ik terug ben van vakantie en ik een gedicht geschreven heb tijdens mijn vakantie wil ik die met jullie delen
De jongen van glas.
Tergend langzaam liep hij,
de jongen voor me, met zijn
bedachtzame achterhoofd.
Meer had ik niet gezien, meer
had hij niet laten zien, maar
ik droomde van hem.
Zijn donkerbruine achterhoofd,
gebruind door de zon en het
leven. Zijn krullerige haar en
het lieve kuiltje in zijn nek.
Waarom stond hij niet stil,
in plaats van zijn langzame
ganzenpas. Ik wilde hem
van voren zien.
Zijn helderblauwe ogen, zijn
witte tanden misschien, zijn
kuiltjes in zijn wangen als
hij lacht.
Ik wilde hem aanraken, maar
een muur van glas scheidde
mij van hem.
De jongen van glas,
noemde ik hem in stilte.