Jenna en de Drakendoders
1.De man in het bos
Jenna Seppers was niet zoals alle andere twaalf jarige meisjes; ze hield niet van R&B, veel te strakke skinny jeans en ze toonde totaal geen interesse in jongens. Maar ze was zelf nog niet op de hoogte van het ding dat haar het meest bijzonder maakte.
Het was een regenachtige zomerochtend, het perfecte weer voor een boswandeling, vond Jenna. Ze hield van het bos. Als ze er was voelde het net alsof ze in een sprookje ronddwaalde. Alsof ze in een fantastische wereld met feeën, trollen, elfen, kabouters, heksen en tovenaars beland was.
Jenna was zo in haar gedachten verzonken dat ze het niet eens merkte toen ze over een tak struikelde. Snel stond ze weer op en liep al even onoplettend weer verder. Ze dwaalde steeds dieper het bos in. Er kon steeds minder zonlicht door de alsmaar compacter wordende massa bomen heen. Ze was nog nooit zo diep in het bos geweest, ze betwijfelde of hier überhaupt ooit iemand geweest was.
Op haar eigen gedachten na hoorde ze enkel het geruis van de bladeren en wat dieren. Plots hoorde ze iets, het leek wel gekreun. Dat kon onmogelijk van een dier zijn! Het gekreun werd steeds zachter. Alsof de persoon van wie het geluid kwam, langzaam aan het wegkwijnen was. Maar wie was die persoon?
Jenna liep door het bos, wanhopig op zoek naar hem of haar. Ze zag ineens iets: een voet. Hij lag bij de Eik. Snel spurten ze erheen. Er lag een man, totaal verkleumd. Hij zag er oud uit.
“Breng me naar de Elfenstal” kreunde hij moeizaam. Jenna had geen idee wat ‘ de Elfenstal’ was. Wat moest ze doen? ‘Help’ roepen zou geen zin hebben, want er was toch niemand die het horen kon. Ze waren helemaal alleen; Jenna was radenloos.
De man kreunde zachtjes. Ze kon het niet aanhoren. In een poging hem te kalmeren hield ze zijn hand vast. Op het moment dat hun handen elkaar raakten werd alles zwart. En in minder dan een fractie van een seconde waren zij en de manuit het bos verdwenen.
“Help!” riep Jenna, in de hoop dat hier wel iemand was “Help!”. Ze merkte dat er hier wel waren. Vrijwel meteen omringden ze de man en haar. Ook merkte ze dat ze nog steeds zijn rimpelige hand vasthield. Niemand verroerde zich, niemand vond het nodig om het hulpeloze meisje te helpen. Al snel zag ze waarom: al het bloed en de wonde op het lichaam van de man verdwenen. Had zij dat gedaan?
Langzaam opende hij zijn ogen.
“Help me even een stoel op” vroeg hij heel nuchter.
“Natuurlijk meneer” antwoorde Jenna, en ze haalde snel een snel een stoel en bracht er ook een mee voor haarzelf.
“Dank u” zei een vrouw tegen Jenna “Dank u”. “Ik, wij zijn u eeuwig dankbaar” vulde een man aan “U redde Ruffus Libertius leven”.
Een andere vrouw liep naar haar toe een omhelsde haar.
“We mogen van geluk spreken dat jij hier was” zei weer een andere man.
“Maar waarom was het nodig?” vroeg een norse stem.
“Nou” begon de man die Libertius bleek te heten “Ik was in China, voor een opdracht, Top geheim. En ik werd daar, zegmaar, niet erg vriendelijk onthaald. Het draaide uit op een gevecht. Ik probeerde er zo snel mogelijk weg te komen. Snel gebruikte de viavos spreuk, zo bellande ik in het bos en toen vond dit meisje me.”
“Wat had hij nu weer in China te zoeken” vroeg de norse man.
“Goed” zei Libertius, terwijl hij de man volkomen negeerde “Vertel jij nu maar wij jij bent”. Hij keek vriendelijk naar Jenna.
“Euh..Ik ben Jenna, meneer, Jenna Seppers” stamelde ze overdondert.
“Aangenaam Jenna”, “ Ik ben zoals je al vernomen hebt Ruffus Libertius”. “Aangenaam”.
Iedereen keek hun vol spanning aan. Jenna voelde dat ze rood werd, ze kon er niet tegen als mensen naar heer keken.
“Maar hoe kan het dat zij jou gered heeft?”
“Toverkracht natuurlijk” antwoorde Libertius.
“Als ze écht een heks zou zijn, dan zou ze toch niet in dat bos rondzwerven, dan zou ze toch in onze wereld leven?”
“Jenna” Libertius richte zich weer tot haar “Weet jij dat je over magische krachten beschikt?”.
“Nee, heb ik die dan?”
“Zeker, het zou me niet verbazen als jij een heel goede heks bent”.
“Een goede heks?” zei iemand vanuit het ‘publiek’ verbaast “
Is het zo al een beetje beter? bedankt voor je commentaar trouwes