Advertentie | |
|
![]() |
|
Gewoon invullen in elke vergelijking die je maar tegenkomt (en relevant is het voor het probleem natuurlijk).
Voor de rechte: x + z = 6 en y = 1 je punten (x,y,z) invullen en je ziet dat beide punten op de rechte liggen want -34 + 40 == 6 en 1 = 1 (voor het eerste punt) en voor het tweede punt 38 + -32 = 6 en 1 = 1. Met je bol kan ik je niet helpen omdat er een fout in die vergelijking ervan staat; maar daar is het is helemaal analoog. Vrij simpel allemaal, het voorkomt dat je rekenfouten laat staan, maar de meeste mensen nemen de tijd niet om het te doen (ik meestal ook niet trouwens), want het is immers dubbel rekenwerk. Op het moment dat je met ingewikkeldere vergelijkingen werkt (wortels, machten, exponenten), zal je bij het invullen vaak kommagetallen uitkomen, als je dan het punt (0.14, 1.01, 5.85) uitkomt en je zou het ergens invullen (bv. in de vergelijking van de rechte), zal je misschien niet helemaal exact uitkomen wat je verwacht, maar dat mag gerust (het punt dat ik daar geef licht bv. net naast de rechte, je kan al wel gokken dat het y-coördinaat gewoon 1 zal moeten zijn en de andere coördinaten zijn op een honderste na ook in orde).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
![]() |
|
|