Hoi,
Ik zal eerst de tegenwoordige tijd uitleggen.
De spelling van het werkwoord lopen snap je waarschijnlijk wel.
ik loop
jij loopt
hij/zij/het loopt
u loopt
wij lopen
zij lopen
Het lastige vind je waarschijnlijk de werkwoorden worden en vinden enz. Deze hebben een d aan het eind van de stam (wanneer je -en erafknipt) Hoe weet je nu of er -dt komt? Je kunt dit doen door middel van het werkwoord lopen. vervang het werkwoord door de goede vorm van lopen en je ziet op lopen er een t bijkrijgt.
Een paar voorbeeldzinnen:
1. Ik vind werkwoordspelling lastig. (want: Ik loop werkwoordspelling lastig)
2. Hij vindt werkwoordspelling lastig. (want: Hij loopt werkwoordspelling lastig)
3. Vind je werkwoordspelling lastig? (want: Loop je werkwoordspelling lastig?)
4. Vindt je broer werkwoordspelling lastig? ( want: Loopt je broer werkwoordspelling lastig?)
Ik hoop dat de tegenwoordige tijd nu duidelijk is. Dan nu de verleden tijd.
Een regel die je moet onthouden:
In de vt krijg je nooooooooooooooooooooit -dt !!!!!!
Om de kijken of je een d in het midden krijgt (verfde

of verfte

) kijk je of te letter voor -en van het hele werkwoord (verven) in 't kofschip zit. (bij t'kofschip doen de klinkers niet mee)
Wanneer de letter in 't kopschip zit krijg je een t, anders krijg je een d. In het geval van verven zit de v niet in het kofschip. Je krijgt dus verfde.
Je hebt ook hier weer lastige woorden zoals verbreden. Je hebt hier de d weer. Het is namelijk:
Ik verbreed.
In de vt krijg je er dan de of den bij. Net als dat je dat ook bij verven kreeg. Je krijgt dan dus ik verbreedde, jij verbreedde, hij verbreedde, enz.
Het voltooid deelwoord gaat ook met 't kofschip. Bij de sterke werkwoorden (lopen) krijg je een voltooid deelwoord wat eindigt op en.
Al laatste zijn er nog werkwoorden die lastig zijn omdat ze klinkers in het midden hebben of uit het engels komen.
Je hebt bij het werkwoord racen het voltooid deelwoord geracet. Hiervoor geldt dat de de c een sisklank is. De sisklanken vallen in 't kofschip onder de s.
Een ander werkwoord is kanooën. Je krijgt het voltooid deelwoord gekanood. De o komt niet in 't kofschip voor, want de klinker tellen niet mee.
Ik hoop dat je hier wat aan hebt!