Hallo allemaal,
Voor scheikunde moest ik een artikel schrijven over een proefje met groenten. Ik heb gekozen om het volgende te doen:
Ik heb 5 porties van 25 gram tuinbonen, die ik 5 minuten kook. Ik heb 5 oplossingen, een van 0 gram NaCl per liter, een van 5 g/L, 10 g/L, 15 g/L en 20 g/L. In elk van de oplossingen kook ik dus één portie tuinbonen. Na het koken, meet ik met een spectrometer de kleur van het gekookte water. De kleur van het water verandert omdat er chlorofyl vrijkomt. Mijn hypothese was dat elke oplossing dezelfde pieken en dalen zou hebben, omdat chlorofyl te groot is om door osmose in het water te komen, en omdat alles even lang kookt, zou er gewoon even veel chlorofyl uit de kapotte cellen moeten komen. Maar nu blijkt dat er echt verschil zit tussen de oplossingen, en ik kan geen verklaring vinden waarom het zout er effect op heeft.
Alvast heel erg bedankt voor de hulp!
|