|
Aan ieder die dit lezen wil:
Dit is mijn eerste korte verhaal, geschreven op een 'slechte' dag. Normaal sus ik mijn negativiteit met muziek, maar deze keer had ik behoefte wat te schrijven. Iets positiefs. Ik kan echter geen goede titel verzinnen, en bovendien heb ik geen idee of het wat is. Dat wat ik schrijf, bedoel ik dus. Voornamelijk aas ik op advies, want schrijven blijkt een fijne manier om tijd in te vullen. Bij deze dus mijn verhaal, advies is zeer welkom!
Voorlopig naamloos
Het was een speciale dag vandaag. Ze was jarig. Hij was bezig met het voorbereiden van een klein feestje. Ja, de viering moest klein blijven, had ze hem gezegd. Dat was beter voor hem, voor zijn gevoelens. Sinds de dood van zijn vader was de relatie tussen hen anders, inniger geworden. Het was immers nog maar een maand geleden dat ze gearmd, haar hoofd tegen zijn schouder, naar de kist hadden gestaard. Het had geregend die dag.
Nee, het feestje ter gelegenheid van haar verjaardag moest klein blijven om hem te sparen. Zo was ze. Dat maakte dat hij zo van haar hield. Hij miste haar geur, haar geborgenheid. Nog een uur of twee, dan zou ze komen. Nog twee uur en hij had nog geen cadeau. Met al de overdaad aan vrouwelijk attribuut dat in de etalages lag, leek het geen onmogelijke taak een geschikt cadeau te vinden. Hij had echter geen idee waar hij naar zocht. Wat wilden vrouwen hebben voor hun verjaardag? In hemelsnaam, hij was nu al vijf jaar de dertig gepasseerd, en nog wist hij niet wat voor geschenk vrouwen wilden hebben.
Het was grijs buiten, net als op de dag van de begrafenis. Er was een mooie ceremonie geweest, met orgelmuziek van Händel en veel witte sering op het graf. Zijn vader hield van sering. Hij wist het eigenlijk niet, maar zij had hem er aan herinnerd. Ze had het hem horen zeggen toen ze hem voor het eerst ontmoet had. Hij had hem zijn hele leven gekend, toch wist zij meer over hem. Bij het laten zakken van de kist had ze hem aangekeken. Zonder te praten had ze hem gezegd dat het beter zou worden. Dat het verdriet zou vervloeien en dat ze door moesten gaan met leven. Dat zou hij gewild hebben.
Wat gaf je een vrouw voor haar verjaardag? Er waren rijen parfum, rekken make-up, bergen tassen, dozen schoenen ontnamen je het zicht op de rest van de winkel. Hij zou niet weten wat ze leuk zou vinden. Natuurlijk wist hij waar ze van hield. Ze hield van jazz, de kleur donkerblauw en warme winterkou. Ze hield ervan als hij haar hand vasthield, ze hield van katten. Niets van dat alles was geschikt als cadeau voor deze gelegenheid. Het was als een jubileum; weer een jaar erbij, weer wat ervaringen rijker.
Zich ongemakkelijk voelend door de starende blikken van winkelmedewerksters verdween hij naar de afdeling waar boeken stonden. Terwijl hij de trap opliep, keek hij op zijn horloge. Nog een uur. Hij had een heel uur staan denken en twijfelen zonder iets te kopen. Het was nog minstens een kwartier lopen naar zijn huis en hij wilde thee gezet hebben voor ze kwam. De tijd ging te snel.
Zijn vader was niet erg oud geworden, achtenzestig was hij toen hij een hersenbloeding kreeg. Een duidelijke oorzaak was niet aan te wijzen. Er had in ieder geval teveel tijd tussen de bloeding en het ziekenhuisbezoek gezeten. Er was tijd tekort. Tijd die zijn vader nu moest inboeten.
Hij liet zijn blik glijden langs de rijen doktersromans, kookboeken, zelfhulpboeken, tuinierhulpen. Ze hield niet van dit soort boeken. Ze hield van literatuur, van Bomans, Mulisch, Komrij, maar ook van Huxley, Joyce en Shakespeare. Hij wist eigenlijk niet precies welke boeken ze al bezat, dus deed hij een wilde gok en nam een roman van Hella Haasse mee om af te rekenen. De caissière vroeg of het een cadeau was. Hij zei dat hij het zelf wel in wilde pakken. Maar het was echt geen moeite hoor, meneer. Nee, hij wilde het zelf inpakken. Zo mooi maken als hij maar kon.
Op weg naar de uitgang keek hij nogmaals op zijn horloge. Nog een half uur. Een kwartier lopen, dus nog een kwartier om thee te zetten, de bos bloemen die hij eerder die dag had gekocht in een vaas te schikken en te wachten. Hij had haar gemist. Hij verheugde zich op haar komst.
Ze had hem geholpen toen hij zich enorm ellendig voelde. Hij wist niet wat hem overkwam, zo sterk was het gevoel van eenzaamheid dat hem overviel. Zijn omgeving had moeite met hem, maar zij had vanaf het begin geluisterd. Geluisterd naar zijn onsamenhangend verhaal, zijn uitbarstingen en zijn instortingen. Hij mocht haar altijd bellen, had ze gezegd. Hij had beleefd bedankt. Toen kwam echter de nacht dat hij oprecht niet meer wist of het ertoe deed. Wat deed er niet toe, had ze gevraagd. Zijn leven, had hij geantwoord. Ze had naar zijn stem aan de andere kant van de lijn geluisterd. De hele nacht. Toen het alsmaar beter met hem ging, bleef ze luisteren. Daarom hield hij van haar.
Het was gestopt met regenen. De lucht was nog overwegend grijs, maar hier en daar verscheen er een vlekje blauw in het wolkendek. Hij had zelfs het tuinpad schoongeveegd die ochtend. Het moest allemaal zo mooi mogelijk zijn. Misschien zou ze binnenkort bij hem intrekken. Dat zou mooi zijn. Dan hoefde hij enkel nog te kijken om te horen hoe het met haar ging. Hij had haar gemist. Ze zou nu elk moment kunnen komen.
Het geluid van een afslaande motor wekte hem uit zijn gedachtestroom. Hij liep naar de deur, het tuinpad op, en zag haar van een afstand zijn richting op lopen. Ze renden niet op elkaar af, zo was hij niet en zo was zij evenmin. Hij wachtte tot ze het tuinpad op liep. Even bleven ze staan, op een meter van elkaar. Toen omhelsde hij haar. “Ik heb je zo gemist”, fluisterde ze in zijn oor. “Je weet niet half hoe ik jou heb gemist”, antwoordde hij toen ze zich van elkaar losmaakten. “Ga maar alvast naar binnen, het is koud.”
De man die achter haar had gelopen, had steeds grotere moeite haar bagage te dragen. Snel liep hij naar hem toe en nam een koffer van hem aan terwijl hij hem kuste. “Dag, schat. Is de reis wat redelijk verlopen?” “Nou, het was nogal druk, en ik heb enorme behoefte aan een kop thee, maar voor de rest geen problemen.” Hij sloeg een arm om zijn middel en samen liepen ze het tuinpad verder op, naar de voordeur.
Ze was vijfenzestig geworden vandaag. Ze zouden het klein vieren. Hij, zijn echtgenoot en zijn moeder. Hij hield van haar.
© H. Kamstra
11 juni 2012
|