Hoi allemaal,
Vorige week heb ik al een topic geopend over de prijselasticiteit van de vraag met daarbij een opdracht, als ik meereken en het bekijk dan begrijp ik het een klein beetje, maar zodra ik met een nieuwe vraag begin loop ik weer vast!
De opdracht is:
In 2001 is de omzet van blikken Haagse Hopjes in een winkelketen €25.000. De consumentenprijs per blikje is in dat jaar €2,-. De prijsleasticiteit van de vraag is in stuks -2. Per 1 januari 2002 zal de prijs met 4% worden verlaagd. Welke van de volgende bewerkingen is juist?
a. Een prijsverlaging van 4% leidt tot een omzetgroei die kleiner is dan 4%
b. Een prijsverlaging van 4% leidt tot een omzetgroei die groter is dan 4%
c. Een prijsverlaging van 4% leidt ook tot een omzetgroei van 4%
d. Een prijsverlaging van 4% leidt tot een omzetgroei van 8%
Dit heb ik tot nu toe, maar ik heb geen idee of ik op de goede weg ben...
Verandering van de vraag 'q' = ? Is dat dan -2?

Verandering van de prijs 'p' = 1,92 - 2,00 = 0,08 / 2,00 = 0,4
Dit gedeeld door elkaar is -5 maar dit lijkt me niet het juiste antwoord. Wie weet hoe dit wél moet?
Heel erg bedankt alvast....