Hoi allemaal! Ik kom niet uit twee vragen van mijn natuurkunde en ik zou jullie om hulp willen vragen. Het gaat om de volgende opdrachten:
1. Bij een proef met een a-straler vallen gedurende 22 s wel 6,25x10^4 a-deeltjes op een onderarm. De gemiddelde energie van deze deeltjes bedraagt 4,2 MeV. Het bestraalde deel van de arm heeft een massa van 20 g.
Vraag: Bereken de totale energie die de arm absorbeert.
Het antwoordenboek zegt: Etot = 6,25x10^4 x
1,60x10^-13 = 1,00x10^-8 J
Zelf probeerde ik het aantal deeltjes (5,25x10^4) te vermenigvuldigen met 4,2x10^6 en dat maal het elementair ladingskwantum 1,60x10^
-19. Hoe komen ze aan 1,60x10^-13??
2. Een geigerteller staat op 5,6 cm afstand van een bron die alleen a-straling uitzendt. Van alle uitgezonden deeltjes valt een deel op het venster van de buis (1,2 cm2). Van deze a-deeltjes telt de buis slechts 5,2%. In 10 s meet je met de geigerteller 61 deeltjes. Zonder e bron tel je 5 deeltjes per 30 s.
Het aantal a-deeltjes dat vanuit de bron in 10 s op het scherm is gevallen bedraagt 1141.
Vraag: Bereken de activiteit van de bron.
Het antwoordenboek zegt: het boloppervlak bedraagt 4 π x 5,2^2 = 394 cm^2. De teller vangt dus 1,2/394 = 0,0030457% op. In 10 s zendt de bron uit 1141/0,0030457=3,7x10^5 deeltjes uit. A = 3,7x10^5 / 10 = 2,7x10^4 Bq.
Ik volg deze logica niet. Het oppervlak was al gegeven (1,2 cm2), waarom gaan ze deze dan opnieuw berekenen? En waarom proberen ze iets in procenten om te rekenen? Ik snap deze hele toelichting niet

.
Alvast heel hartelijk bedankt!