Citaat:
Voor Natuurkunde moesten ik en mijn partner een practicum doen met een lampje in een stroomkring en een weerstand. Nu ik het verslag maak snap ik er niks meer van.
Mijn eerste vraag is of iemand me kan uitleggen wat we verstaan onder een rechtevenredig verband.
Kan iemand me ook uitleggen hoe je een Ohmse en niet-Ohmse weerstand kunt herkennen?
Ik heb overal gezocht naar een goede uitleg maar helaas niks gevonden dus ik hoop dat iemand me nu kan helpen
Alvast bedankt
|
Met rechtevenredig bedoelen ze dat bij een wijziging aan de ene kant van het = teken, een gelijkmatige wijziging aan de ander kant teweegbrengt.
Verdubbel je de U (en blijft de R gelijk) zal de I ook dubbel moeten zijn.
Bij een niet-Ohmse weerstand heeft de I dus niet die verwachte waarde en de wet van Ohm geld dan dus niet.
Let op; sommige weerstanden kunnen zich bij lagere spanningen Ohms gedragen, maar als deze bijvoorbeeld gaan gloeien, weer niet.