Voor een opdracht van nederlands moet ik het onderstaande gedicht uitwerken. Ik heb met name moeite met het metrum. Ook begrijp ik de eerste twee regels: "Stof staafde de dagen van het vlees, het vlees verging tot stof." en de 14e regel: "De doden dreven weg in de cola" niet. Zou iemand mij hiermee kunnen helpen?
Mvb Matthijs
Lamento van hen die luisteren naar oorlogsberichten
Stof staafde de dagen van het vlees,
het vlees verging tot stof.
Daartussen bleven kamers leeg,
werd het lente, vlogen vogels,
werden bommen uitgebroed.
Wij morsten een zomerlang cola op kranten,
lieten de radiostem voortsuizen.
Muziek wiste bijtijds elk bericht
en op mijn gezicht lag je hand.
Bommen vielen niet hier
viel weer eens een colafles om.
Op zoek naar het glas ging je mond.
De schakelaar dempte de radiostem.
De doden dreven weg in de cola en
er werd verkracht. Wij hadden lief.
Alsof dat kon.
Hagar Peeters
Uit: Koffers zeelucht. De Bezige Bij, Amsterdam, 2003
|