Meredith. Een beetje stil meisje. Iedereen vond haar vaag en arrogant, terwijl ze dat toch eigenlijk absoluut niet was. Ze was hoogstens een beetje misantropisch. De meeste mensen boeiden haar gewoon niet zo, maar degenen die wel haar aandacht konden krijgen hadden ook wel iets aan dur. Lange gesprekken over van alles en nog wat. God, magie, abortus, de dood, geesten, liefde, maar soms ook uren over niks. De prijs van sigaretten in Nederland en het buitenland, een nieuw bandje dat ze ontdekt had, een mooi gedicht, sieraden, kleding, de zomer, of echt over niets. Ze trok zich alles wat er over haar gezegd werd onwijs aan, maar deed alsof niemand haar iets kon schelen. Als mensen haar uitscholden voor ‘stomme alto’, ‘gothic heks’ of ‘wannabe’ nam ze dat op als een compliment en ging ze gewoon weer verder waar ze mee bezig was. Soms leek het alsof ze buiten de wereld stond.
Robin keek naar haar, zoals ze daar starend in het niets haar sigaretje stond te roken. Haar bijna zwarte ogen gingen half schuil onder haar donkere haar en keken niet alleen letterlijk donker. Hij vroeg zich af waar ze aan dacht. Zo goed kende hij Meredith ook weer niet, maar hij had lang genoeg naar haar geluisterd en gekeken om nu een beetje te weten hoe ze in elkaar zat. Dat was best een handige eigenschap, bedacht Robin, dat hij zo’n inzicht in mensen had. Maar hij kon het ook mis hebben natuurlijk…
Plotseling sperde Meredith haar ogen wijd open, alsof ze ergens door werd opgeschrikt. Ze wilde op haar horloge kijken, maar kwam erachter dat ze die niet droeg (zoals nooit, wist Robin). Haar peuk had ze op de grond laten vallen. Gehaast zei ze iets tegen het meisje dat naast haar stond (Gwynn, herinnerde hij zich) en liep daarna naar binnen. Even later stond ze weer buiten, nu met haar tas bij zich. Ze sprong op haar brommer en zonder ook maar aan een helm te denken scheurde ze weg. Robin knipperde met zijn ogen. Shit… Hij was echt verliefd op dat meisje!
|