“Dag schat, hoe was het vandaag?”
Wat een gewone vraag. Wat een idioot gewone vraag op zo’n ongewone dag. “Zonnig,” snauw ik, terwijl ik mijn tas onder de kapstok keil. Mijn moeder staat breed glimlachend voor het raam met een dampend kopje thee in haar handen.
“Je bent net een reclame voor pickwick, zoals je daar staat,” mompel ik. Mama kijkt me onderzoekend aan. “Is er iets, lieverd?”
“Ze kwamen op school, vandaag bij Engels. Komen ze ineens binnen met z’n zessen. Of ze ons even konden lenen. Dat ze iets belangrijks moesten zeggen en dat ze onze hulp eventjes nodig hadden.”
“Waar heb je het over?”
“Politie.”
Mama zet met een klap haar theekopje op tafel en gaat zitten. Ze schuift een stoel naar achter en klopt op de zitting. Ik hang mijn jas over de leuning en ga bij haar zitten. “Weten ze iets over Rielly?” Mama kijkt me hoopvol aan, haar handen knijpen in het theekopje. Straks zullen ze knalrood zijn, die handen van haar. Ik schud langzaam mijn hoofd. “Kiertje is ook weg.”
De handen glijden van het theekopje naar haar haren. “Kiertje weg? Maar… Maar…”
“Ik denk dat ze Rielly is gaan zoeken.”
“Maar Rielly wou toch niet dat… Want ze had toch geschreven… Waar… Hoe kan dat nou? Waar moet ze heen in godsnaam?”
Ik haal mijn schouders op. “Ze vertelden het voor de klas, ik dacht dat mevrouw Gemertz ging flauwvallen. De agenten hebben ons allemaal ondervraagd, en foto’s laten zien en zo, wat we van ze wisten, of we dachten dat die verdwijningen iets met elkaar te maken hadden…”
“Nou, wat denk je?”
“Ik denk niks. Ik wacht wel tot ze me schrijft.”
“Zal ik met haar ouders gaan praten?”
Ik glimlach. Mama is zo lief, ze probeert iedereen te helpen, zelfs als het geen zin heeft. “Doe maar niet, mama. Blijf maar thuis. Die ouders van haar zijn net zo gesloten als zijzelf. Weet je wat stom was…”
Mama blijft stil. Niemand kan zó goed luisteren als mijn moeder.
“Toen ik die foto van Kiertje naast die van Rielly zag, leken Kiertjes ogen net sleutelgaten, haar pupillen…”
Mama knikt. “Misschien was dat ook wel zo.”
Ik frons mijn wenkbrauwen. Langzaam begint het radarwerk onder mijn schedel te ratelen. Beelden schuiven langs elkaar heen en vormen een foto, een foto die ik al heel lang niet gezien heb. Het is een plaatje uit Kiertjes open-deuren-tijd, ze zat toen veel met Rielly achter de computer. Ze scanden hun gezichten in en maakten er gekke plaatjes van: elfjes, dwergen, monsters, barbies, ze wisselden van hoofd of van benen… Kiertje was er goed in. Zij kon na een tijdje een foto zo bewerken, dat je heel lang moest zoeken voor je zag dat er wat mis mee was. Ik kijk mama geschrokken aan. Mama pakt de autosleutels. Twee minuten later scheuren we richting politiebureau.
“Kunnen we Joris van Leuheuven spreken?” vraag ik de dame achter de balie. Ze zet haar bril op het puntje van haar neus en kijkt me aan of ik gek geworden ben. “Hij is er toch wel?” vraag ik wanhopig. Mama staat achter me, met haar hand op mijn schouder. De dame knikt en buigt zich wat naar voren. “Waar heb je hem voor nodig?” kraakt ze.
“Ik moet hem spreken over Rielly en Kiertje!” schreeuw ik. De dame kijkt me
niet-begrijpend aan. Ik kijk naar mama, ze glimlacht. Ik haal een paar keer diep adem. “Ik moet hem spreken in verband met de verdwijning van Renée de Veer en Kyra van Vleuthoven. Meneer van Leuheuven heeft me vanmiddag op school gesproken, en ik ben in de verwarring vergeten een paar dingen te zeggen,” zeg ik kalm. De dame glimlacht en staat op van haar stoel. “Momentje asjeblief. Jullie kunnen daar wachten.” Mama en ik bedanken haar uitvoerig en gaan zitten.
Kort stukje dit keer, in verband met tijdnood... Volgende keer meer?