stekende pijnen in haar hart,
hopend op en snelle dood,
gillend van de helse pijnen,
wordt zij gemarteld tot de dood.
zwijgend tot een bitter eind,
denkend aan het hemels rijk,
echter wordt zij weer gepijnigd,
en moet zij wachten.
op de folterbank van ach en wee,
mag zij echter nog niet sterven,
gillend kan zij nog wel mee,
naar een volgend marteltuig.
ik vind het niet echt mooi eindigen, er zitten een paar stukken die niet lekker lezen, iemand een idee? het eindigd nogal abrubt bij de 2e en 3e strofe, irritant.
__________________
Met een hamer en ducttape past het altijd. | When chemists die, we barium | De ijzeren dame
Laatst gewijzigd op 23-12-2002 om 21:38.
|