Ze zit op de bank. Onwennig. Frummelt aan een puntje van haar haren. Schuift onrustig heen en weer.
"Zo."
"Ja," antwoordt ze. Ze kijkt hem verlegen, bijna angstig aan. Hij staart terug, maar niet recht in haar ogen. Als ze zijn ogen volgt en achter zich kijkt, ziet ze dat hij naar een schilderij dat aan de muur hangt kijkt. Met een babyfoto van haar. Ongemakkelijk draait ze haar gezicht weer naar het zijne.
"Goed," begint ze aarzelend.
Hij reageert niet.
"Hoe eh... hoe lang hebben we elkaar nu niet gezien?"
"Vierendertig jaar." Hij zegt het kortaf.
Zij slikt. Ja. En nu? Waar ze zich altijd zo op haar gemak voelde in haar eigen huis, het is nu een vreemde plek geworden. Ze voelt zich een vreemde, zonder eigen persoonlijkheid.
Ze staat op.
"Wil je ... -"
"Ga zitten."
Ze blijft staan. Zijn woorden dringen niet tot haar door.
"Wil je misschien iets drinken?" maakt ze haar zin af.
"Koffie, thee, met melk, zonder melk, suiker, geen suiker, iets fris, koekje? Of misschien een boterham, met kaas of worst of hagelslag? Of koffie? O, dat had ik al gezegd. Ik ben er ook niet helemaal bij vandaag, ik had dit niet ...-"
Hij onderbreekt haar woordenstroom door haar dwingend aan te kijken. Ze slikt en zakt terug op de bank.
"Goed," zegt ze.
"Ja," antwoordt hij.
Ze slikt, werpt een blik op de klok. Bijna drie uur. Nog twee uur en dan is haar man weer thuis.
"Waarom ben je terug?"
"Gewoon." Hij recht zijn rug.
"Gaat je niets aan."
"O. Oké."
Ze kijkt naar haar handen. Er zit een zwart randje onder haar nagels. Ze probeert het weg te vegen. Het lukt niet. Misschien met haar tanden? Ze brengt de wijsvinger van haar linkerhand naar haar mond.
"Bijt je nou nog steeds nagels? Idioot!" valt hij uit.
Van schrik gaat ze op haar handen zitten.
De klok slaat. Drie keer. Nog twee uur.
"Ben je... ben je nog b-b-b-..."
"Je stottert ook nog steeds," zegt hij schamper.
Ze slikt. Frummelt aan een puntje van haar haren en schuift onrustig heen en weer op de bank.
Tien over drie.
Opeens staat hij op.
"Ik ga maar weer eens."
Ze wil ook opstaan om hem uit te laten, zoals het hoort, maar hij duwt haar terug.
"Ik kom er zelf wel uit. Dag."
Als ze de voordeur dichthoort slaan, zakt ze huilend in elkaar. Totdat haar man thuis is.
Het is nog best moeilijk om een scène die je in je hoofd hebt zitten op papier te zetten. Bláááá...
__________________
Hm... Larstig... ;)
|