Slapend op een bed van fonkelingen
zeil ik op een zee gevuld met parels
Onder mij gloeien lichtjes van
hallucinaties
dagdromen
illussies
Links van me zie ik een vuurtoren
rechts van mij vliegt er een draak
bovenaan de heuvel voor mij
de hellehond met drie koppen
Al vuurspuwend nodigt hij me uit
Om hem te tarten, te bedreigen
Maar de stralende zon reeds, zij
scheidt alles uit wat het zijne is
In een waas van diadijmen
neemt een meermin me mee
ze zet haar schaapje op het droge
in haar onderwaterpaleis.
(p.s. lekker surrealistisch he

)