Zomaar opgeschreven, elk commentaar is welkom.
Op zijn kamer zit Bo tv te kijken. Via zijn computer kan hij de programma’s die hij wilt zien downloaden. Zijn computer en tv zijn een van de nieuwste: het beeldscherm is groot, en beslaat alle muren, de grond en het plafond. Boxen staan verborgen in alle hoeken van de kamer. De computer is de nieuwe pentium vijf twaalfduizend gigabites.
Bo houd heel erg van reizen. Gisteren is hij in Mexico geweest, maar vandaag gaat hij naar Brazilië. Daar gaat hij de cultuur, eten en de mensen proeven. Leren van de taal en hun gewoontes. Hij is al in heel veel landen geweest. Bijna alle landen ter wereld, in feite, Brazilië is het laatste land ter wereld waar hij nog niet is geweest. Met koffers en al begeeft Bo zich naar het vliegtuig, en daar gaan ze de lucht in. Het vliegtuig gaat door de wolken en daar is de zon. Na een uur of twee landen ze in Brasilia, de hoofdstad van Brazilië. Daar staat de taxi klaar om hem naar zijn hotel te brengen. De volgende dag gaat hij met een gids door de hoofdstad. Hij leert er de taal kennen: Portugees en het eten. Hij vindt het niet zo lekker en heeft liever Chinees. De mensen zijn heel aardig tegen hem. De volgende morgen gaat hij met een gehuurde auto naar Rio de Janeiro, het beroemde kustplaatsje. Daar doet hij mee aan het carnaval.
“Bo! Schiet op je moet naar school!” Roept zijn moeder. Bo doet de tv uit, en rent naar buiten om de schoolbus te halen.
__________________
Het is beter een kaars aan te steken dan de duisternis te vervloeken
|