Advertentie | |
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
Bij deze dan: “Hoi!” riep Cameron vrolijk en gebaarde de mensen voor de deur binnen te komen. De helft van zijn klasgenoten was gekomen. Hij wist niet dat hij zoveel vrienden had. “Waar kunnen we de slaapzakken neerleggen?” vroeg een jongen. Cameron gebaarde naar boven. “Op de overloop. Die is groot genoeg.” Cameron overdreef niet. Hun huis was minstens vier keer zo groot als andere – normale – huizen. Hij was niet anders gewend, maar toen zijn klasgenoten bewonderende blikken om zich heen wierpen, voelde hij zich toch wel een beetje bijzonder. Het was ook niet voor niets. Zijn ouders waren rijk. Steenrijk, maar weinig thuis. Niet dat Cameron dat erg vond want de enige band die hij met iemand had was met zijn broer en de kindermeisjes van vroeger. Maar daar waren ze nu te oud voor, had zijn vader gezegd, dus het kindermeisje ging de deur uit en ze moesten het maar met z’n tweeën zien te redden, Jules en hij. Niet dat Cameron dat echt erg vond. Hij kon altijd wel met Jules opschieten, hij had zelfs een soort van bewondering voor zijn grote broer. Al was die heel anders dan hij. Hij schudde zijn hoofd en rende weer naar de deur om open te doen. “Hoi…” Camerons stem bleef ergens in zijn keel steken. Voor hem stond het mooiste meisje wat hij ooit had gezien. Ze had kort, lichtbruin haar dat in krullen om haar hoofd danste, een prachtige blanke, bijna witte huid en vreemde grijze ogen die niet bij haar verschijning pasten. Ze glimlachte en Cameron werd vuurrood. “Mag ik binnenkomen?” vroeg ze geamuseerd. Cameron kwam met een schok uit zijn droomwereld en deed snel zijn mond dicht. “Eh… ja… natuurlijk…” “Is Jules er ook?” Cameron kon zich wel voor zijn hoofd slaan. Het was ook te mooi om waar te zijn. Waarom kwam iedereen altijd voor Jules? “Hij is in bij de bar,” mompelde hij en wees haar de weg. “Ik ben Nona,” zei ze met een glimlach. “Jij bent zeker Cameron? Jules heeft al veel over je verteld.” Hij knikte loom. Als ze voor Jules kwam, kon hij het wel schudden. Jules kwam achter de bar vandaan en liep op Nona af. “Je bent er toch!” Hij sloeg zijn armen om haar heen en probeerde haar te zoenen, maar daar was ze niet bepaald van gediend, want ze duwde hem weg en wendde zich tot Cameron. “Vervelende broer heb jij.” “Hmm.” Het leek hem verstandig daar niks op te zeggen, ook omdat Jules een behoorlijk dodelijke blik zijn richting op stuurde. Maar Nona scheen zich daar niks van aan te trekken, want ze sloeg plagerig haar armen om Cameron heen – die niet wist waar hij kijken moest en bovendien zich nog nooit zo gevoeld had. Cameron genoot intens van die paar seconden dat hij dicht tegen Nona aanstond. Maar Jules wist er snel een einde aan te maken door hem vast te grijpen en mee te sleuren. “Wat denk je dat je in hemelsnaam aan het doen bent?” vroeg hij woedend. Cameron, nog half in de wolken van de gebeurtenis van daarnet, reageerde niet. Jules schudde zijn broertje ruw door elkaar heen. “Je blijft van haar af, begrepen? Ze is van mij.” Hij knikte bedeesd. Het kwam niet eens in hem op om te protesteren, ook al had hij echt niks gedaan – Jules had altijd een soort van overwicht over hem gehad. “Jij blijft de rest van de avond achter de bar,” siste Jules nog toen hij wegliep. Nona kwam al snel weer dichterbij toen Jules de deur aan het opendoen was. Ze knipoogde naar Cameron en die werd weer helemaal warm van binnen. “Heb jij een vriendin?” vroeg ze. Cameron verslikte zich bijna in zijn bier. “Nee.” Ze glimlachte. “Ik bijt niet hoor.” “Hoe oud ben je?” vroeg hij snel. Nona lachte hartelijk. “Eenentwintig.” Ze sloeg Cameron, die zich nu helemaal verslikte in zijn bier, op zijn rug. “Kalm maar.” Uit zijn ooghoek zag Cameron Jules woedend zijn richting op kijken, dus hij dook achter de bar vandaan en wilde weglopen. Nona greep hem bij zijn trui vast. “Je gaat toch nog niet weg?” “Jules wordt woedend,” zei Cameron gehaast. Maar Nona schudde haar mooie hoofd en trok Cameron bij haar op schoot. “Je wilt niet weg hè?” Camerons ogen flitsten van Nona naar Jules en weer terug en hoopte dat ze zijn wanhoop niet zou kunnen zien. Hij rukte zich los. “Sorry.” “Geeft niet.” Ze glimlachte even samenzweerderig. “Als je nou over een uurtje even naar je kamer gaat…” Ze boog zich naar hem toe en gaf hem een zoen op zijn mond. Toen Cameron eindelijk zijn gedachten weer op orde had, was Nona allang verdwenen. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
Advertentie |
|
![]() |
|
|