wiskunde b1 havo 4

[AnneCath]

wie kan mij lineaire functie uitleggen?

bv. r is een lineaire functie van t.
voor t = 35 is r = 10 en voor t = 60 is r =35
geef de formule van r.

hoop dat jullie em kunnen helpen

[darthraver]

35 - 25 = 10
60 - 25 = 35

elke keer - 25 dus, dan zou je op de formule r=t-25 komen

Een lineaire functie is een functie die gelijk stijgt, als de ene kant van de vergelijking + 25 is, dan is de andere kant ook +25 en je krijgt dus ook een rechte lijn uit een grafiek.

[AnneCath]

Bij andere opgaven komt dit niet uit hoor!!!

[lucy48]

Volgens mij moet het anders om dan darthraver denkt
dus t=r+35
Ik weet het niet zeker, maar denk omdat:

De standaardfunctie:
t=ar+b

35=a10+b
b=35-a10
a=(35-b)/10

60=a35+b
b=60-a35
a=(60-b)/35

35-a10=60-a35
a=1

(35-b)/10=(60-b)/35
b=25

t=r+25

[mathfreak]

lucy48 schreef op 09-09-2003 @ 00:42:
Volgens mij moet het anders om dan darthraver denkt
dus t=r+35
Ik weet het niet zeker, maar denk omdat:

De standaardfunctie:
t=ar+b

35=a10+b
b=35-a10
a=(35-b)/10

60=a35+b
b=60-a35
a=(60-b)/35

35-a10=60-a35
a=1

(35-b)/10=(60-b)/35
b=25

t=r+25

r is een functie van t, niet andersom. Je uitwerking klopt verder wel, maar je doet het nogal omslachtig.
Omdat r een lineare functie van t is geldt: r=a*t+b. Invullen van de gegeven punten levert dan het stelsel
35=10*a+b
60=35*a+b.
Treik de onderste vergelijking van de bovenste af. Dit geeft: -25=-25*a, dus a=1. Invullen in de eerste vergelijking geeft: 35=10+b, dus b=35-10=25. Voor r als functie van t geldt dus: r=t+25.