Advertentie | |
|
![]() |
|
b)
opbrengst = prijs * aantal dat je verkoopt. R = p * q je hebt net uitgerekend bij a dat: p = 1600 - (40/10)*q dus die p is gedlijk aan dat hele gedeelte achter het = teken en dat mag je dus helemaal vervangen R = (1600 - (40/10)*q) * q en dat moet je ff netjes uitwerken ![]() ik geloof dat het zo moet kloppen ![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
Bij een prijsverhoging van 40 gulden (hoe ouderwets) verkoopt hij 10 tenten minder. 10/40=0,25, de lijn daalt, dus is de RC negatief. De RC is dus -0,25.
dus q=-0,25p+b. Invullen q en p. 250=-0,25*600+b b=400 q=-0,25p+400 De opbrengst dan R=((-0,25p+400)*p)-s Waarbij S staat voor de prijs die de winkel voor de tenten moest betalen. Ik ben van mijn laatste opbrengstformule trouwens niet helemaal zeker. Kleine aanvulling -> dit zinnetje "geef de formule van p als functie van q" snap ik nooit. Ik weet nooit wat nu de x en wat de y gaat zijn. Volgens mij is Fade's antwoord beter. (haha, ik zie nu dat Fade zijn antwoord ook heeft aangepast) Laatst gewijzigd op 02-12-2003 om 13:58. |
![]() |
||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
||
Citaat:
|
![]() |
|
|