Met haar potlood tikt Denzel mee op de maat van de muziek. Ze legt haar hoofd op haar schetsboek, het wil toch niet lukken vandaag. System of a Down, teringherrie volgens haar moeder, supermooi volgens haar. Ze kan zich nog zo goed herinneren hoe enthousiast ze was toen ze voor het eerst hun muziek hoorde. Dat was in juli, met haar ex-vriendje in de auto, op weg naar het strandje om een blowtje te gaan roken met zijn vrienden in de ondergaande zon. Zomer. Seth. Ze zucht. Bij alles moet ze aan Seth denken en ze kan er niks aan doen. Voor het eerst in haar leven hield ze van een jongen, had ze perfect lief en werd ze perfect liefgehad. Maar opeens besloot hij dat ze toch teveel verschilden. Wel duizend keer heeft ze zichzelf vervloekt voor dingen die ze heeft gezegd tegen hem waar ze het over oneens waren. Ze had niet telkens moeten zeiken als hij over teknofeesten en pillen begon. Ze had geen grapjes moeten maken over trouwen en kinderen krijgen want hij voelde zich er blijkbaar benauwd door. Wilde zich niet gebonden voelen misschien. Ze had zich volwassener moeten opstellen, mee moeten gaan stappen in Rotterdam, ze had met hem naar bed moeten gaan. Ze zuigt haar wangen naar binnen. Ze had mooier moeten zijn, slanker zoals zijn exen. Zij kwam na een graatmager seksverslaafd meisje dat aan de speed was. Zij, die niet rookte en blowde, zij die eruit zag zoals ze doet. Hij kon iedereen krijgen, maar hij wilde haar Hoe had zij kunnen denken dat hij zo stom zou zijn om haar te houden? “Ik hou van je, en we blijven voor altijd bij elkaar”. Dat zei hij na verdomme 3 weken al. Denzel had het ook willen zeggen maar ze durfde niet, bang voor een teleurstelling, maar toen zei hij het. Om het een paar maanden later weer terug te nemen. Dat het misschien wel allemaal te snel was gegaan in het begin. Ze begint te huilen. Inmiddels heeft ze wel geleerd dat ze niks tegen de tranen kan doen, de pijn komt toch wel en tegen haar tranen vecht ze ook niet langer. Ze wordt zo gek van zichzelf, van de Seth in haar hoofd. Ze kan zich in elk donker hoekje verstoppen waar ze maar wil maar ze kan zich niet voor hem verbergen, want hij zit in haar hart en in haar hoofd. In haar ziel en dat maakt haar zo bang. Het is niet eens direct die foto aan de muur, maar het zijn de geweldige herinneringen aan Pinkpop, aan de zomer, hun nietszeggende bezoekjes aan zijn vrienden, aan alle dingen die ze samen hadden gedaan. Hij zorgde dat ze zo gelukkig was dat ze zichzelf kon accepteren en continu straalde. En toen was het uit, een schok, en ze lag weer plat op de grond. Moeizaam probeert ze op te klimmen, haar zelfvertrouwen op te bouwen, maar hoe vaak is ze niet weer ingezakt, door zichzelf, door anderen, door een trap na. Doordat hij niet reageert op haar smsjes. Doordat hij haar alleen belde als hij zijn Linkin’ Park-kaartje “echt kwijt moet”. En dat hij dan toch weer zo ontzettend lief lacht en zwaait, “heeeyy” zegt op zijn manier, als zij hem ziet rijden op straat. Dat soort dingen maken haar zo in de war. Eigenlijk wil ze zijn telefoonnummer wissen uit haar telefoon en de foto weggooien. Maar de andere kant van haar schreeuwt van niet, dat ze toch vrienden zouden blijven, dat ze dat elkaar beloofd hadden, dat ze hem gewoon eens moet bellen. Het is nu al net zo lang uit als dat het aan was. Is het niet het tijdstip om te stoppen met treuren? Denzel krast een meisje in een zwarte prachtige gothicjurk. Een traan op haar gezicht. Donkere wolken in de lucht. Elk moment is perfect om te stoppen, om de pijn op te doen houden. Maar telkens dat ze dacht dat ze uitgehuild was bleek hoeveel hij haar nog deed. ATWA begint. Ze sluit haar ogen. De stemmen in perfecte samenzang. Ze ziet Seth voor zich. Ze mist hem zo onwijs. Ze wil hem zo graag terug, ze wil hem zo graag spreken. Ze wil- haar mobiele telefoon gaat af. Ze veegt haar ogen af aan haar mouw en begint dan panisch stapels papier van haar bureau te gooien. Prompt stopt ze. Het is hem toch niet. Dit is iets wat ze heeft opgebouwd sinds het uit is. Ze is zo ontzettend paranoïde geworden. Bij elk telefoontje, smsje, bij elke deurbel dacht ze “Seth”. Maar het was hem nooit. Hij wil haar niet meer. Niet eens gewoon als vriendin. Hij wil niet met haar gezien worden, niet met haar stappen, haar met zijn vrienden zien. Ze graait haar telefoon onder een schoolboek vandaan. Haar hart houdt op met kloppen als ze de display ziet: “Seth”.
|