Vijfsprong
(Onze weg)
De zoveelste boot vaart langs. Zoals ze aan komen varen, zo verdwijnen ze aan de horizon. De weg die hij moet gaan dwaalt hij af…
Ik kijk op m’n papier. ‘k schrijf woorden op die me te binnen schieten.
We belopen een weg. Het is onze weg. De details die ons in de berm opvallen is de vormgeving van ons leven. We moeten dóórlopen. Lopen tot de zon. Lopen dóór ons leven.
De weg is lang. In de berm een veelzijdigheid aan details die ons van de weg leidt. Dóórlopen. De vele vertakkingen van de weg leiden ons af van de route die in ons zit. Zonder argwaan bewandelen wij de zijpaden. Mooi. Verbitterd. Niet onze weg.
Vol overtuiging slaan we een zijweg in. Vol goede moed vervolgen wij onze route, niet wetend dat we niet Onze Keuze hebben gemaakt. Doodlopend.
Prikkelbosjes verbieden ons verder te lopen. Ontdaan keren we om. We moeten, om onze weg te vinden. Alleen. Zoek je weg.
De obstakels in de berm zijn lastig. Prikkels weten je benen op venijnige wijze te raken. Klimop wikkelt zich om je polsen. Alleen jij kunt je bevrijden. Alleen jij bewandelt jouw weg.
Vlak achter de heuvel loopt nog een weg. Je weet het niet, niks duidt op een medemens. Alleen jij kunt jouw weg volgen. Alleen ik de mijne. Samen hopen we op de vertakking die onze wegen zal doen kruizen.
Ik kijk weer op. De boot is verdwenen. De denkbeeldige weg verdwijnt aan de horizon.
Ik wacht en Loop mijn weg.
Kies jouw weg. Máák je weg.
__________________
Ik koop, dus ik besta
|