ik heb ooit wat geschreven, dus ach kom maar op met commentaar...
Rare gedachtes die ik niet op een rijtje kan zetten die ook eigenlijk nergens over gaan. Wisselende stemmingen zonder bekende reden. Ik begrijp er totaal niks van. Ik heb geen idee waar iedereen zich bevindt in mijn wereld en waar ik ben in die van hun. Duidelijkheid is een woord zonder betekenis in de taal van mijn land. Mijn wereld is leeg en ik zwerf daar rond op zoek naar beschaving.
Enkele weken geleden ben ik vertrokken naar Antartica. Uit angst voor die put, die put waar ik op de rand stond. Ook al was deze niet enorm diep, ik kon immers de bodem zien toen ik eventjes in het grote ronde gat naar beneden tuurde om vast te stellen wat mij eventueel kon overkomen, zou het me toch nog enkele weken duren om eruit te klauteren. En dat was totaal niet waar ik naar verlangde, ik ging dus op zoek naar een nieuwe liefde en kwam hier, na het volgen van mijn intuïtie, in het hoge noorden terrecht. Gelukkig is het nog maar net herfst, maar ik ondervond al enige koude dagen, maar vooral de eenzame nachten braken me op. Allom ijzige kou, grote witte lege vlaktes, vriezende koude winden en bevroren wangen. Ik kan nergens meer warm van worden lijkt t wel. Al dagen heb ik niets meer gegeten, maar ik heb totaal geen honger. Alleen honger naar gezelschap op deze kille plek. Ik denk dat ik mezelf naar de verkeerde plek heb begeven, maar mijn gevoel zei dat dit even het beste was.
Ik ga terug naar het zuiden waar enkele kennisen nog altijd wonen, het werkende continent dat ik Europa noem. Ik verblijf enkele dagen in het westen van dit werelddeel. Bezige en rennende mensen. Die het altijd druk hebben, ze lijken wel voor mij open te staan, maar andere dingen in het gestressde bestaan schijnen toch hun sterke voorkeur te genieten. Maar het gaat allemaal langs mij heen, mijn gedachtes zwerven toch nog rond op de koude Noordpool dus ik besluit weer te vertrekken. Op weg naar mijn verdere zoektocht naar plezier, warmte, liefde en gezelschap ergens op deze planeet.
Ik daal verder af richting de evenaar, reizend naar de plek die in mij opkomt. Ik besluit om naar de stad der liefde te gaan, daar zou ik misschien wel kunnen vinden waar ik naar op zoek ben. Het is een mooie warme nazomerse dag. In het park zie ik een enorm dikke eikenboom waar ik tegen aan ga zitten. Ik ben niet enorm moe, maar op deze plek heb ik wel een goed uitzicht over het grote open grasveld van het stadspark. Overal zie ik mensen, steeds in groepjes van twee. Rennend, lachend. Het beeld wat deze oude boom al jaren lijkt te kennen. Ik voel een oneffenheid in mijn rug. Ik ontdek een ingekerfd hart. E <3 S lees ik.
Een meisje rent mijn richting op, ze glimlacht. Ik zie haar mooie ogen en haar lange donkerblonde haren die wapperen in de zachte warme wind. Ik voel een rare kriebel in mijn buik. Plotseling stopt het meisje met rennen, ik voel een raar gevoel in mijn buik. Waarom stopt ze terwijl ze op weg was naar deze eenzame jongen? Of zou ik mezelf vergissen? Het meisje knielt op de grond, ze plukt bloemen. Wellicht is het een enorm aardig meisje, haar uiterlijk heeft ze in ieder geval wel mee denk ik terwijl ik het meisje observeer, terwijl mijn hart sneller begint te kloppen. Ik twijfel, of ik het lef heb om op haar af te stappen. Zou ze het überhaupt wel door hebben dat ik naar haar kijk? Maar net als ik op kijk zie ik haar weer terug rennen naar de plek waar ze vandaan kwam. Er staat een jongen aan wie ze de bloemen geeft, ze lijken gelukkig en geven elkaar een kus. Ik verbaas me als ik naar het zoenende stel kijk. ik verbaas me over de reden waarom dit paar bij elkaar is. Ik zou mezelf totaal niet als arrogant willen bestempelen, maar ik zou mijns inziens makkelijk van deze knaap kunnen winnen bij een schoonheidscompetitie. Maar ik besluit me hier maar bij neer te leggen, fouten blijven menselijk en de wereld draait niet enkel om uiterlijk.
Ik moet denken aan de laatste keer dat ik hier voor het laatst aan het rond rennen was, bijna een jaar geleden. Gelukkig krijg ik een lach op mijn gezicht als ik er aan terug denk, dat is wel eens anders geweest. Mijn gevoel zegt dat zij zich hier ook ergens zou moeten bevinden, dus ik blijf nog even wachten om eventueel nog gedag te kunnen zeggen. Ik zoek met mijn ogen het grote grasveld af. Een eind verderop zie ik haar lachen met een leuke jongen, ze lijken mij gelukkig. Ik krijg een goed gevoel en ik ben blij voor haar.
Maar op één of andere manier voel me overbodig in deze stad. In dit park heb je niets te zoeken als je alleen bent. Terwijl ik naar de uitgang loop zie ik in de verte nog meer personen die ik goed ken. Ergens voel ik jaloezie, niet om de personen maar om het gevoel wat zij ervaren. Maar mijn blijdschap is groter dan mijn egoïsme, sommige mensen verdienen het gewoon.
Ik boek een hotel net buiten Parijs en denk na over mijn toekomst. Ik heb maar een klein deel van mijn wereld verkend en ik weet de weg totaal niet. Ik weet niet wat mijn lot is. Ik besluit om morgen terug te keren naar mijn huis en dan wel verder te zien. Ergens moet er een oplossing zijn, ik moet het misschien alleen beter uitdenken.
__________________
"Hou het hard!"
|