Geërgerd klap ik mijn boek dicht, ik sta op, kijk om me heen, peinzend. Ik ga weer zitten, spuug op het tafelkleed en wrijf het bevochtigde gedeelte over een ander droog stuk. De telefoon gaat. Hennie vraagt waar haar schoonmaakster blijft, denk ik afwezig. 'Je bent verkeerd verbonden, Huisman, en waag het niet dit nummer nog een keer te draaien!' Ik smijt de hoorn erop, constateer dat er een donkerblauw vlekje op de hoorn zit.
Zuchtend stap ik naar de bezemkast, soda, soda, aha daar is de soda. Soda is een vaste stof? Oh, dan zal ik de soda niet hebben moeten. Dan maar weer wat kwat, weet ik veel wat die andere troep hier uitvreet op een stuk linnen.
Het resultaat is verschikkelijk. Inkt op de hoorn van de telefoon, twee vlekken op het tafelkleed en een halfblauwe hand.
Dan maar weer typen.
|