Ik liep op het strand, diep in gedachten.
Zachte muziek drong tot me door.
Ik keek op en zag haar.
Ze danste op de maat van de muziek in het zand.
Haar lange natte haar zwierde mee.
Haar lichaam glansde in de rode avondzon.
Ik keek naar haar, en vergat waarom ik hier gekomen was.
Ik luisterde naar de muziek.
Ze was zo mooi, het kind van de zee.
Ze danste aan de waterlijn, soms zelfs in de golven, spelend met het heldere zeewater.
Langzaam liep ik naar haar toe, ze zag me niet, ze ging helemaal op in haar dans.
Ik ging in het zand zitten, kijken naar haar bewegingen, haar gezicht.
Ze keek met een glimlach, maar met droevige, afwezige ogen.
Haar kleren fladderden in de zoute zeewind.
Opeens zag ze me, eerst leek ze te schrikken, maar toen liep ze op me af en zei:'Yoran..'.
'Ga door met dansen, het is zo mooi..' zei ik, het kwam vanzelf uit mijn mond.
Toen realiseerde ik me dat er geen muziek meer was.
'Hoe weet je mijn naam?' vroeg ik nieuwsgierig.
Ze lachte.
Ik zag de lichtjes in haar ogen.
'Kom Yoran, dans mee..' en ze pakte mijn hand en leidde me naar de plek waar ze net gedanst had.
De muziek was terug, en ze danste.
Ik danste ook, de muziek leek me mee te nemen,me gevangen te nemen, me op te tillen en te laten zweven..
Als vanzelf bewoog ik op de muziek.
Ik weet niet hoelang ik gedanst had, maar ik zag haar naar me kijken.
Ze stond tot haar middel in het water.
Langzaam liep ik de zee in, naar haar toe.
Ze stond recht tegenover me.
'Kind van de zee..' fluisterde ze.
Ik nam haar hoofd in mijn handen en kuste haar.
Ze was zoet. Warm. Vurig. Lief.
Toen rukte ze zich los, en keek me recht aan.
De lichtjes in haar ogen waren verdwenen.
'Wat is er?' voeg ik zacht.
Ze keek naar benden en pakte mijn hand.
'Het kan niet.' zei ze, 'Jij bent als Vuur, ik ben als Water, het kan niet..'
Ik keek haar aan, haar donkere ogen stonden vol verdriet.
Ze draaide zich om, en dook de zee in.
Even zag ik haar nog als een donkere schim onder het wateroppervlak.
Toen was ze weg.
Verdwenen.
Ik keek haar na, waar zou ze heen zijn?
Langzaam liep ik terug naar het strand.
Nu pas merkte ik dat het aardig koud geworden was, en ik rilde.
Op blote voeten liep ik terug langs de vloedlijn.
Ik hoorde zachte muziek, en keek om.
Niemand.
'Yoran..Kind van de zee..'
De zee fluisterde.
Ik keek naar de zee.
Niemand.
Ik rilde, het werd donker.
Snel liep ik op mijn blote voeten naar huis.
Thuis keek ik uit mijn raam, ik zag de zee.
Kleine golfjes sloegen tegen de rotsen aan.
Ik keek naar de plek waar we vanmiddag gedanst hadden en ik zuchtte.
[edit: het is mee beetje snel geschreven ensow en moet nog goed uitgewerkt worden, maar jah..

]
------------------
~Rancid~ *kussiej aan onzinfamiliej* *koel* ~Rancid~ *knuvvol aan mewl*
[Dit bericht is aangepast door !KiTTiE! (27-01-2002).]