(korte monoloog waar de bron onbekend van is, normalisatie van transcriptie, ergo voorbehouden voor fouten)
Op de keper beschouwd is muzisch agogisch de twijtel van treuzel en nazaat. Verstaandeweg komt duideldiet. In leefgroepen kwaalt de fret voor grote in blij en overdosis. Saaide hoge, velte troog van psychologie en muziek. Quantumkweenie, lege handen, behalve leuterbrij en neuzelkwijl. Krenkt de scheut voor stotse musludegogie dwaai de spits van puberkneut acht de compatistdraai, als je daar tijd voor hebt, orakels van verbla non verblablaal. Verdoe de kwansels samen en naar de ander toe. Maar als het creatieve door zuinigslag en tijdwin grenzenrui verkommerd zijn er mogelijkheden te over die rozenwater deren en getheoleuter kots van zeik. De allend kwemde spieken door loog en water van de kok. Ruim zwaaide trio met open ogen en oren voor tekentaal en zwijmelzwets. Motorrepressie in telde kwijlebal, verdaand, in duizelhonderdvoudig. Ten eerste, in treffen van middelen die grotesker van dat kok doe. Ten tweede, gelooide laag van nonverblijkblik. Ten derde, sferisch overkomen door duideldiets intiem en tamtooi. Zo, de essentie van muzisch agogisch, per slalom van prive en gegogenheid verloofd een uitspansel in samenspraak. Zede, fruit en flik, niet altijd in 'ooh!' en 'aah!', maar zeker ook door noest beklonen en rammeltuif, dermate ruimer kansen en zien horen, doldriest van mogelijkheden. Gankers zeef de overschotten en meet ook de gronde, zeker in de tweede helft van de studieweek.
__________________
We are all one. I do not follow a better path, I just follow another path.
|