van alles achter ramen
achter de diepte van reflectie
verscholen
waar duisternis haar behoefte doet
het blijkt een vraag
die gevraagd blijft
waarom het zo is?
vroeg hij zich af
levensvragen, retorische vragen
'als god een vrouw is
waarom
heet Zij dan geen godin?'
verdronken in onwetendheid
kijkt hij
de oneindigheid strekt zich uit tot
ramen
verscholen achter de diepte van reflectie
__________________
'de anus, de neger onder de lichaamsopeningen'
|