Volgens mij blijft dit verhaal echt een beetje cliche.
Maar ja, ik heb de "opbouw" van het verhaal wat verandert. Geprobeerd flashbacks te gebruiken...

Ook dat bij Ron heb ik wat verandert. Ik hoop dat het een kleine verbetering is.
--------
Ze schrok van de voetstappen die ze hoorde. Even hield ze haar adem in. Wie was daar? De voetstappen versnelden en kwamen dichterbij. Ze raakte in paniek. Diegene mocht haar niet zien, niet hier! Wat moest ze nou doen? Wegrennen was geen optie. Wat nou als diegene haar hier zag met... met...
“Meisje! Wat is er gebeurd?” Een jongeman kwam naast haar staan. Zijn stem klonk verschrikt.
Ze begon te huilen. Wat moest ze vertellen? Dit was verschrikkelijk! Wat zou die man wel van haar denken als ze het eerlijk vertelde.
“Iihiik weet het niet”, snikte ze.
De man knielde naast haar neer en legte een hand op haar schouder.
“Je weet het wel.” Zijn warme, zachte stem zorgde ervoor dat ze een beetje kalmerde.
Ze keek op, recht in het gezicht van de jongeman. Hij had prachtige bruine ogen die haar doordringend aankeken. Door zijn donkere, borstelige wenkbrauwen zag hij er streng, maar toch ook ontzettend lief uit.
“Ja...”, piepte ze. Snikkend haalde ze haar neus op. Ze haalde diep adem en bedacht zich wat ze moest vertellen aan die man.
Ze zag zichzelf heel langzaam omdraaien. Weer voelde ze haar hart tekeer gaan en haar ademhaling versnellen. Ze probeerde zich te herrinneren hoe ze zich daarstraks had gevoeld.
Een druppeltje zweet liep langs haar slaap. Ze durfde niet te kijken naar wat er achter haar had afspeeld, maar ze moest het zien. “Lies durf het nou”, dacht ze. Maar ze was bang voor wat ze zo zou zien. Waarom was het gebeurd? Waarom had ze hem niet tegen gehouden? Waarom!?
“Vertel dan.” De man drong aan. Verschrikt schudde ze met haar hoofd. Wat was er precies gebeurd? Ze moest het zich herrineren. Toen hield ze haar ogen stijf dicht.
“Neeee!” Lieselot gilde. Daar lag hij in een plas van bloed. Uit het gat in zijn hoofd sijpelde nog steeds bloed. Zijn nek lag in een vreemde hoek en zijn blauw geslagen ogen waren dicht. “Nee alstublieft, laat hem niet dood zijn. Laat hem niet dood zijn!” Lieselot knielde naast hem neer en begon zachtjes te huilen. Ze streelde zijn haren. Waarom was dit gebeurd? Hij had toch niks misdaan?
“Gaat het wel?” Ze voelde dat de warme hand zich naar haar bovenbeen had verplaatst en daar begon te strelen. Voorzichtig deed ze haar ogen weer open.
”Ja, het gaat”, zegt Lieselot met een klein glimlachje. Deze jongeman was eigenlijk best knap. Misschien wel iets te lang keek ze hem aan in zijn ogen. Oh god, wat waren die prachtig. Ze zag de man zijn wenkbrauwen een klein beetje optrekken. Meteen draaide ze haar hoofd weg en keek naar de jongen die voor haar lag. Weer haalde ze diep adem.
“Mijn vriend heeft deze jongen in elkaar geslagen. Hij kwam erachter dat die jongen verliefd op mij was en dat kon hij niet hebben. Van hem mocht niemand mij aanraken of van me houden, alleen hij...”
“Dus het was je vriend? Was jij erbij?”
Ze knikte. Ze was er weldegelijk bij. Had ze maar iets gedaan. Was ze maar niet bang geweest voor Ron. Dan was dit niet gebeurd.
“Waar is hij heen?”
Lieselot haalde haar schouders op. Ze wist niet waar Ron heen was. Toen die jongen op de grond lag was hij weggerend. Maar waarheen wist ze niet.
“Sorry, ik weet het niet. Maar... weet u... is die jongen dood?” Ze begon weer te huilen. De man haalde voorzichtig zijn hand van haar been en pakte de pols van de jongen vast. Hij voelde naar de hartslag van de jongen. Er kwam een glimlach op zijn gezicht.
“Nee, hij leeft nog. Maar ik ga nu wel een ambulance bellen. Die jongen heeft veel bloed verloren.”
Hij pakt zijn gsm uit de binnenzak van zijn lange zwarte jas. Op een gedempte toon vertelde hij waar de ambulance moest zijn.
“Ze komen eraan”, zei hij met een klein knikje, “wij wachten zolang hier.”
“Lieverd! Wat doe jij hier?” Het was Ron die de deur open deed. Lieselot probeerde een glimlach op haar gezicht te toveren, maar het lukte niet. Ze duwde hem opzij en liep het huis binnen. Ron kwam achter haar aan lopen en sloeg zijn armen om haar middel. Hij gaf Lieselot een kusje op haar hoofd.
“Je haar ruikt lekker schat.”
Met een diepe zucht maakte Lieselot zich los uit Rons armen.
“Ik wil even met je praten.”
“Ok. Kom, gaan we lekker zitten”, zei Ron en hij nam haar mee naar de bank. Daar nam hij haar weer in zijn armen en begon Lieselot te zoenen. Ze liet het toe.
“Ron nee! Ik wil met je praten over die jongen, die jongen die je in elkaar hebt geslagen.”
“Wat lul je! Ik heb helemaal geen jongen in elkaar geslagen. Ik heb hem alleen maar een tik in zijn gezicht gegeven. Dat het nou zo’n slape vent is die dan gelijk op de grond valt, daar kan ík niks aan doen!”
Hmm hij ontkende tenminste niet dat hij niks had gedaan...
“Sukkel! Je hebt die jongen in elkaar geslagen!” Ze spuugde in Rons gezicht.
“Oh! En heb je daar bewijs voor”, zei Ron woedend, “bewijs het dat hè!”
“Jongen...” Ze legde haar hand op zijn knie. Ron keek erna en pakte haar hand voorzichtig op.
“Lies, je bent het enige wat ik nog heb!” Hij sloeg zijn ogen neer en kuste haar hand zachtjes.
“Lief van je, maar waarom heb je die jongen dan geslagen. Dat deed je niet voor de lol denk ik.”
“Ach mens, wil je het echt weten?” Rons stem klonk opeens weer boos.
“Ja, graag zelfs.”
Het bleef even stil. Ron pakte een sigaret en stak hem aan. Rustig blies hij de rook in het gezicht van Lieselot. Ze moest ervan hoesten.
“Nou, ik zal je het vertellen. Die jongen hè, die is knap. Hij is verliefd op je. Ik voelde gewoon dat hij wilde proberen jou van mij af te pakken. En jij bent het enige wat ik nog heb schat. Ik wil je niet kwijt.”
Lieselot was even sprakeloos. Had hij dat voor haar gedaan? Omdat hij haar niet kwijt wilde? Ze glimlachte, maar vond het toch vreemd.
“Ron, echt waar?”
Ze zag dat Ron schrok. Hij ging verzitten en drukte zijn sigaret uit in de asbak. Hij sloeg zijn ogen neer.
“Ja... echt...”
Hij liet haar hand los. Lieselot zat met allemaal vragen in haar hoofd. Ze durfde ze niet te vragen.
“Ron...?”
“Hmmm? Wat is er?” Hij gaf haar een kus op haar mond. Zijn hand ging naar haar rug en hij drukte haar dicht tegen zich aan. “Zeg het maar schat.”
“Hou je van me?”
Ron tilde haar hoofd op en keek haar recht in de ogen.
“Ja...”
Snel wurmde ze zich los.
“Zeg eens eerlijk.”
Het pakje sigaretten verscheen weer uit Rons broekzak.
“Lies... ja... nou... uhm... eigenlijk... uhhh... niet.” Noncharlant stak hij een sigaret aan en ging rustig roken. Lieselot kreeg een vreemd gevoel in haar buik. Misselijk.
“Niet?!” zei ze verbaasd, “Je houdt niet van me?”
“Nee, dat zei ik toch?”
Ze snapte er niks van.
“Waarom hebben wij een relatie dan?”
Ron nam de tijd om over die vraag na te denken.
“Simpel. Ik heb iemand in m’n leven zodat ik niet alleen ben, ik kom goed over bij m’n vrienden en het is nog lekker ook.” Hij begon vals te lachen.
“Wat!!!” Zo snel als ze kon stond ze op. “Waarom heb jij mij dat niet eerder verteld?”
Ook Ron stond op. Hij begon diep te zuchten.
“Dat zei ik net. Anders heb ik niemand meer. En ik dacht dat jij niet zo slim was om daarachter te komen. Wel dus...”
Een lange tijd was het stil. Ron had ondertussen zijn derde sigaret opgestoken en Lieselot stond te wiebelen op haar benen. Ze dacht na. Moest deze relatie met Ron wel verder gaan? Ze hield ontzettend veel van hem. Het zou pijn doen hem kwijt te raken, maar dit deed eigenlijk nog meer pijn.
“Ron, ik wil onze relatie beëndigen.”
Ron werd woedend. Hij liet z’n sigaret vallen en begon hem als een gek uit te trappen.
“Nee Lies, alsjeblieft niet.”
“Jawel. Het is goed dat je me het hebt verteld.”
“Huh?”
“Ik wil geen relatie zonder liefde.”
“Dus ik ben je kwijt?” Het leek alsof het nu pas tot hem doordrong dat hij haar kwijt was. Zijn stem klonk zielig en hij liet zijn schouders hangen. Wat zag hij er nu toch knap uit. Maar dat zegt niet alles, innerlijk is zo belangrijk.
“Ja Ron, het spijt me.”
Ron antwoordde niet meer. Hij zakte door z’n knieeen en legde zijn hoofd op de bank. Lieselot hoord hem zachtjes snikken. Hij huilde. Oh god, wat heb ik gedaan?
Langzaam draaide ze zich om. Ze voelde haar hart tekeer gaan en haar ademhaling versnellen. Ze wilde niet zien wat er voor zich afspeelde. Met een enorm schuldgevoel liep ze zijn huis uit. De voordeur deed ze zo zachtjes dicht dat Ron het waarschijnlijk niet gehoord zou hebben. Ze had geen idee waar ze heen moest gaan. Eigenlijk wilde ze weten hoe het was afgelopen met die jongen. Ja, ze zou naar het ziekenhuis gaan.
Lieselot stopte haar handen in haar zakken. Zonder dat ze het door had liep er een traantje over haar wang naar beneden. Onderaan haar kin bleef het nog even hangen, maar het spatte daarna op de grond uiteen...
---------