Op verzoek, een verhaal/parabel over een plein dat ik ooit zag. Het is uit de periode dat ik geen letter op papier kon krijgen zonder hem zes keer woedend te verwijderen, dus verwacht er niet teveel van.
- - -
De wereld rook naar kapotgegooide tomaten en Gregor bevond zich op een schijnbaar eindeloos plein in een onbekende stad. Vlak nadat hij zich ervan bewust stond dat hij bestond, bemerkte hij dat hij liep. Hij werd zelfs gevolgd, door een magere man. De illusie van beweging werd voortgezet en Gregor zag het plein aan hem voorbijgaan. Links stonden gebouwen die gesloopt zouden worden, en rechts kon hij, achter een rij dode bomen, een oud fabrieksgebouw zien. Het was een architectonische manifestatie van het concept ‘lijden’.
In het midden van het koude plein, waar het uit de grijze lucht begon te regenen, bevond zich een rij kale, hoge lantaarnpalen die het niet deden. Deze gleden aan Gregor voorbij. Na vijf palen keek hij nog eens op en hij zag dat hij gevolgd werd door twee mensen. Ze probeerden niet te verbergen dat ze achter hem aanliepen, maar keken hem brutaal aan, met grote ogen. Gregor wilde zijn pas versnellen, maar de palen gleden even langzaam voorbij. Rechts kwamen de eerste gebouwen die gesloopt werden in zicht.
Een aantal palen verder werd hij gevolgd door een half dozijn mensen en nog wat stappen verder waren het er meer dan twintig. Ze kwamen nergens vandaan en leken niet op elkaar. Ze kwamen dichterbij. Gregor wilde harder lopen, maar zijn voeten waren te zwaar. Het was alsof hij probeerde te lopen door een dikke laag koude stroop. De regen kwam ondertussen met grote druppels op hem neer.
De volgende keer dat hij omkeek, waren de mensen niet meer te tellen. Links van hem dacht hij een licht te zien branden in het vreselijke gebouw, maar hij wist niets zeker. Hij probeerde te zien hoe groot het plein was.
Hij keek niet meer om, maar hoorde een enorme massa mensen achter zich lopen, rennen, stampen. Ze kwamen dichterbij en Gregor liep zo hard als hij kon om te ontsnappen. Zweet vermengde zich met het regenwater dat hem doorweekte. Al snel stapte een achtervolger op zijn hiel en Gregor struikelde. De massa mensen liep over hem heen zonder hem op te merken.
Nu Gregor verdwenen was, stond de groep wat beteuterd rond te kijken op het plein. Sommigen deden de handen in de zakken, anderen spuugden op de grond. Die nacht werd het niet donker.
- - -
LUH-3417
|