Het Maatpak
De man die uit de taxi stapte, viel onmiddellijk op door de vastbesloten blik uit de staalblauwe ogen en het onberispelijke maatpak. Eén blik op die man was voor mij genoeg om te weten dat er iets was met die man…. Ik had sterk het gevoel dat ik hem ergens van kende. Je kent dat wel, je komt iemand tegen, die je vaag bekend voor komt…maar waarvan!!? Dat was nou precies de vraag die bij mij die bewuste zaterdagmiddag speelde. Ik wist echt heel zeker dat ik hem ergens van kende en ik bedoel een man met zo’n uiterlijk vergeet je niet snel. Was het misschien iemand die ik van TV kende, een bekende acteur of zanger.. misschien wel een fotomodel!? Ik liet een aantal mogelijkheden in mijn hoofd voorbijflitsen. Voor hetzelfde geld kende ik de man van ‘Opsporing verzocht’. Ik zag mijzelf hem al achtervolgen en overleveren aan de politie om vervolgens de dag erna op de voorpagina van de krant te staan met een onderschrift dat luidde: STUDENTE LEVERT LEVENSGEVAARLIJKE CRIMINEEL OVER AAN POLITIE. Mijn fantasie sloeg weer eens op hol… Als ik van tevoren had geweten hoe het zou verder gaan, zou ik nooit aan het hele avontuur begonnen zijn. Maar de mensen die mij kennen, weten dat ik het ergens niet zomaar bij laat zitten. Ik studeer niet voor niets aan de school voor journalistiek. Ik ben verschrikkelijk nieuwsgierig en ik zoek overal een verhaal achter. Ja, ik weet het… dat is natuurlijk niet altijd slim… maar ik zal nu vertellen hoe het die middag verder ging.
Nou, ik zag die man dus uit die taxi komen. Ik was op weg naar een vriendin die ik al een tijd niet had gezien, we hadden plannen gemaakt om te gaan winkelen. ’s Avonds zouden we nog uit eten gaan. Ik wist dat ik het eigenlijk niet kon maken… maar ik moest weten wie die man was en besloot hem te achtervolgen. De man liep richting de winkelstraten. Hij zette grote passen en het leek alsof hij haast had, hij keek ook voortdurend op zijn horloge. Ik had moeite om hem bij te houden. Ik liep een tijdje achter hem aan, we waren inmiddels in de stad beland. Het was een zonnige middag en overal liepen winkelende mensen en de terrasjes zaten overvol. Als die man echt zo gevaarlijk was, dan zou hij toch niet op klaarlichte dag door een drukke winkelstraat wandelen. Ik snapte er echt niks van.
Ik zorgde er steeds voor dat ik een aantal meters achter hem liep. Op de kruising bleef de man staan, hij keek om zich heen. Hij zou toch niet gemerkt hebben dat iemand achter hem aanliep!? Hij keek weer op z’n horloge en sloeg daarna links af. Het was een rustig zijstraatje, waar ik ’s avonds niet graag alleen zou lopen. Het was er verlaten en behalve een paar vervallen huisjes, was er niet veel te beleven… Ik moest nu echt oppassen dat de man me niet zou zien.
Ik moest een heel stuk achter de man blijven.. toen ik uit het steegje kwam, was ik hem kwijt. Waar was ik nu weer! Het leek op een soort nieuwbouwwijk. Overal stonden moderne huizen met grote oprijlanen. Langs de kanten van de weg stonden grote bomen. Ik zuchtte en ging tegen een boom staan. Zou al die moeite dan voor niks geweest zijn! Ik keek om me heen, hij kon linksaf gegaan zijn, maar hij kon natuurlijk net zo goed de andere kant op zijn gegaan.
Tegenover me tussen de grote huizen bevond zich een groot park. Ik besloot om daar even te gaan zitten, om een beetje uit te rusten. Ik had nog geen paar stappen gezet in het park of ik zag de man weer! Hij zat op een bankje tegenover een grote vijver. De man keek om zich heen en als ik niet achter een boom gedoken was, had hij me vast gezien. Ik keek vanachter de boom naar de man. Ik zag hoe hij een telefoon te voorschijn haalde en met iemand belde. Ik kon niet verstaan waar het gesprek over ging, maar ik merkte wel dat er een ruzie was. De man keek kwaad en schreeuwde. Ik zag dat hij op stond en mijn richting uit liep. Ik wist niet meer wat te doen… Angstig bleef ik achter de boom staan, in de hoop dat hij mij niet zou zien. Ik hoorde hoe zijn voetstappen dichter bij kwamen. Ik draaide me om en wilde onopvallend weglopen. Ik voelde hoe ik van achter werd vastgepakt. Ik draaide me om en keek recht in het gezicht van de man. Zijn staalblauwe ogen staarden me aan.
Opeens wist ik waar ik hem van kende….
|