"Je deed net of je me niet kende" zei je, al in mijn kont knijpend.
Ja, wat had je dan gewild, dat ik op je af was komen rennen en je had besprongen?
Al mijn gevoelens, verlangens naar jou ineens laten blijken.
Had je me dan niet doorgehad? Was ik dan niet te kwetsbaar?
Ik was altijd bezig afstand te houden, je niet te laten merken hoeveel ik eigenlijk voor je voelde.
Hoeveel ik van je hield.
Dan zou je me hebben verlaten, geef het nou eens toe.
Je kon er niet tegen als je doorhad dat iemand je liefhad.
Als iemand te dichtbij kwam rende je weg.
Je vluchtte, altijd vluchtte je.
Dus, nee, ik kwam niet op je af.
Kletste door met mijn vriendinnen.
Deed alsof er geen vuur door mijn aderen stroomde.
Alsof mijn hart niet tekeer ging.
Ik fakete.
"Mja, sorry ik was druk in gesprek, je weet wel, meisjes roddelen enzo" loog ik, je recht aankijkend.
Ik kon liegen, en je had me niet door.
Handig, uiteraard, maar zo pijnlijk.
Je kende me gewoon niet, of juist te goed.
Misschien vertrouwde je me te veel.
Het maakt ook niet meer uit.
Je sloeg je arm om me heen, en gaf me een kus.
"Ach, het geeft niets meis" je noemde me altijd meis, jouw meis was ik.
En daar was ik trots op.
Het voelde wel fijn hoor, veilig bij jou, je sterke bruine arm om me heen.
Jouw aanwezigheid maakte me vrolijk, als paardebloemen en zon.
Maar dit keer kon ik niet lachen, alles liep verkeerd.
Ik hield van je, je zou er snel achterkomen.
En dan was je weg, mijn hart verscheurd in mijn borstkas achterlatend.
Niet eens beseffend wat mijn liefde voor je had kunnen zijn.
En zo liepen we daar, ik met mijn gedachten bij jou, maar niet bij ons.
En jij, trots met mij, je vond me mooi, misschien nog steeds wel.
En ik snapte het niet, al die meisjes die zeiden je geweldig te vinden wees je af.
En ik, ik was gewoon een bevriend meisje, ik ging wel met je om.
Toen begon je naar me te lachen, langer kijken dan normaal.
En ik iedere keer rood.
Geweldig vond ik het, maar ik had nooit gedacht dat je het meende.
Toen die ene avond, het werd laat in de kroeg, en ik durfde niet alleen naar huis.
Hoewel jij aan de andere kant van de stad woonde fietste je met me mee.
We kletsten, lachten, het was zo leuk, en toen bij mijn huis, zoenen en je vroeg of je kon blijven slapen omdat het al zo donker was.
Argeloos zei ik ja, jij verwachtte zelfs niet anders.
We hebben toen nog niet met elkaar geslapen, nee, dat kwam later pas.
Ook dat was geweldig, je was zo lief voor me, als ik kreunde omdat ik het zo heerlijk vond, was je bang dat ik pijn had.
En dan glimlachte ik even, en gingen we rustig door.
Maar nu, nu was het bijna zover dat ik je nooit meer zou kunnen aanraken.
Ik besloot er een punt achter te zetten, het kwetsbare meisje te spelen dat er te veel van verwacht had.
Ik vroeg zeker van mezelf: "Hou je van me?"
Je keek me aan, ik kreeg het warm.
Zachtjes zei je:"Alleen als je ook van mij houdt."
__________________
geef je niet zo gauw gewonnen,
alles is nu pas begonnen
Laatst gewijzigd op 09-05-2004 om 14:22.
|