Eerst moet je weten wat polaire stoffen zijn: stoffen waarvan het dipoolmoment groter is dan 0.
De atoombindingen O-H , N-H en F-H zijn sterk polair (dwz O "trekt harder" aan de elektronen dan H, enz). In tabel 39 van BINAS kun je de elektronegativiteit opzoeken. Dit is een maat voor de grootte van de aantrekkende kracht.
We nemen nu de binding OH als voorbeeld:
Omdat het gemeenschappelijke elektronenpaar dichter bij O ligt dan bij H, wordt O een beetje NEGATIEF en H een beetje POSITIEF.
Als je bijv. bij water een heleboel moleculen hebt, waarbij O een beetje negatief is en H een beetje positief, dan zullen de O atomen de H atomen van een ander molecuul een beetje aantrekken. Dit heet de WATERSTOFBRUG.
En die watersofbruggen worden bij de overgang van VLOEIBAAR naar GASVORM pas verbroken. Daarom is het kookpunt van water veel hoger dan je op grond van de molecuulmassa zou verwachten.
Ik hoop dat ik je een beetje geholpen heb
-x-
Alicia