Hallo,
Ik snap een vraag van economie niet en hoopte dat jullie me konden helpen

.
Verhaal:
Een metaalfabriekje hoopt rollen metaaldraad in en verwerkt ze tot bouten, moeren en spijkers. Een rol draad kost €75. Op 1 januari 2003 had het bedrijf 50 dergelijk rollen in voorraad. Gedurende 2003 kocht het bedrijf 250 rollen in en verwerkte in totaal 275 rollen tot eindproducten. De voorraad bouten, moeren en spijkers bedroep op 1 januari 2003 €15.000 en op 31 december 2003 €17.500. Verder beschikt het bedrijf over enkele draaibanken elk me teen waarde van €14.000. In 2003 zijn twee oude draaibanken vervangen door een nieuwe en is de derde gekocht vanwegen de uitbreiding van de productie. Tenslotte heeft het bedrijf in 2003 ee nieuw gedeeldte aan een bestaande loods laten bouwen voor het bedrag van €25.000.
Vraag:
Bereken de investeringen van dit bedrijf in 2003. Splits de investeringen daarbij in een vast en een vlottend ondereel.
Het antwoordenboekje zegt:
Vlottend:
* Investeringen rollen draad: -25 x €75 = -€1.875
* Investeringen in moeren, spijkers bouten: €2.500
* Totaal: €625
Vast:
* Investeringen draaibanken: 3 x €14.000 = €42.000
* Investeringen gebouwen: €25.000
* Totaal €67.000
Ik snap niet waarom er niet wordt gedaan investeringen in rollen draad €75 x 250 = €18.750. In plaats daarvan doen ze -25 x €75 = -€1.875 kan iemand dit beter uitleggen? Zonodig met een ander voorbeeld?