Steeds opnieuw versnippering,
de dagen terug naar toen,
je kijkt weer en nog maals,
mijn ogen nat in een waas,
wat kom je, kom je overdoen
Geloof ik meer (dat slecht)
van jou of dat beetje dat ik
zag toen in mezelf, -verkleurd-
de woorden schaamteloos
zo zonder klank (genoeg gezeurd)
Achterover hangen, de stilte
we zwijgen haar beide, trots
(ook jij) we zijn er samen
onder ogen weer opnieuw bij,
niet ik, ik ben niet langer hier
De dagen nemen kleurloos
toe, naar de gedachten
van versleten oud, geurloos,
voor altijd getekend, -stil-
ga verder jij, woord-loos
Al mijn gezichten (en jij denkt
er ook maar één te kennen)
gevormd in schrijvershand,
hoe goed je ook denkt te weten
ze trapt je zwijgend aan de kant.....
Verdwijn!
|