Binnen klimaat
Inleiding
Naar aanleiding van de vele vragen die wij in de eerste twee weken van mei 2000 ontvingen over de temperatuur op de werkplek bij deze aandacht voor het binnen klimaat. Veel gestelde vragen zijn:
Wat is de minimale en maximale temperatuur waarbij gewerkt mag worden?
Bij welke temperatuur moet het werk gestopt worden?
Wat mag ik van mijn werkgever verwachten t.a.v. klimaatbeheersing?
Regelgeving:
In de Arbo-wet en de beleidsregels wordt geen expliciete uitspraak gedaan, in de zin van: de temperatuur mag niet hoger of lager zijn dan..... In de Arbo-wet staat dat er sprake moet zijn van een behaaglijke temperatuur in relatie met de te verrichten arbeid en dat het klimaat niet tot schade van de gezondheid mag leiden.
Behaaglijkheid is een subjectief begrip, wat de ene werknemer als een prettige temperatuur ervaart kan voor de andere werknemer veel te warm zijn. Er is sprake van een behaaglijk kilmaat als minder dan 20% van de werknemers over het klimaat klaagt.
Vanuit de ISO-normering zijn er wel enkele regels:
Het temperatuursverschil tussen 10 cm en 110 cm boven de grond mag niet meer zijn dan 3 graden.
De luchtsnelheid moet kleiner zijn dan 0,25m/sec.
De vochtigheidsgraad moet liggen tussen de 30 en 70%.
De lucht- en stralings temperatuur in de zomer moet liggen tussen de 23 en 26 graden en in de winter tussen de 20 en 23 graden.
Praktijk:
Het beste is een situatie waarin de werknemer zelf het klimaat kan bepaling door het regelen van de ventilatie, air-co, verwarming, zonwering en openen of sluiten van ramen. Hoe meer mensen er in dezelfde ruimte werken hoe meer problemen dit geeft. Vaak is het probleem dat er te weinig regelmogelijkheden zijn, in deze gevallen vormt meestal de warmtebelasting het grootste probleem. Een werknemer kan zijn werkgever verzoeken om de werkomstandigheden dusdanig aan te passen dat de warmteoverlast vermindert. Een werkgever moet aan dit verzoek voldoen als hij in redelijkheid aan de wens van zijn werknemers gehoor kan geven. Het beoordelen van de warmteoverlast is werk van specialisten, raadpleeg hiervoor altijd de arbeidshygiënist van uw arbodienst.
Maatregelen om de warmteoverlast te beperken:
Verleggen van werktijden.
Aantal werknemers in ruimte beperken.
Ventilatoren gebruiken.
De vochtigheidsgraad verlagen.
Platte daken met water koelen.
Zomogelijk koele lucht toevoeren.
s'nachts ventileren
Warmte producerende apparatuur (denk ook aan verlichting) uitzetten.
|