Op een dag kwam zij binnen. Rustig, zonder angst. Haast, zonder de rest van het gezelschap gade te slaan. Met ferme treden liep ze door, eerst langzaam, daarna harder. Ze bewoog zich sierlijk, als een koningin, ze schreed naar voren. Mensen, ze stopten met alles, woorden bleven hangen, gesprekken verstomden. Ogen draaiden allemaal, haar kant op.. Onveranderlijk, onverbetelijk schreed ze voort. De koningin van de zaal. Zonder verdere aandacht aan haar omgeving betrad ze het podium. De zaal hield zijn adem in. 'Goedenavond' haar stem klinkt warm, liefdevol, sensueel. Haar adem is zacht hoorbaar door de boxen. Ze zwijgt weer. Zonder enige aanleiding begint ze te zingen.Hoog en zuiver, mooi en tegelijk angstaanjagend. Over de dood, de hogere machten, over alles, over haar angsten. Plotseling, midden in een noot valt het stil. Mensen kijken ademloos toe. Zonder er woorden aan toe te voegen stapt ze sierlijk af en schrijd door het midden naar de uitgang. Ze sluit de deur. Stilte..
|