Geen commentaar geven, ik luister toch niet

dit is een heerlijk kinderlijk verhala van bijna een jaar terug.
''Eindelijk vakantie'' riep Robert, toen hij zijn laatste schooldag achter de rug had.
Zijn vriend Dave viel hem bij:''Eindelijk van die rotleraren af''
Ze haalden hun fietsen uit het fietsenrek en fietsten richting huis.
Hierna hoefden ze niet meer over dit oersaaie fietspad, nooit meer.
De school werd verplaatst naar een andere locatie dichter bij het dorp waar ze woonden.
Robert mijmerde in zichzelf:''gelukkig komt die school dichterbij, ik zou het nog geen dag verder kunnen opbrengen om heel dat stuk te rijden.''
Dave praatte honderduit, waar ze op vakantie gingen, wat ze zouden doen op vakantie, maar Robert luisterde niet echt. Hij luisterde naar het piepen van zijn wiel, naar de wind die hen voortjoeg. Hij zag het kruispunt al in zicht komen. Hij zou rechtsaf slaan en Dave moest linksaf.
De stoplichten sprongen op rood, en ze wachtten en wachtten. Dave werd ongeduldig en gaf een stomp tegen het stoplicht. Het stoplicht gaf niet mee en Dave slaakte een pijnkreet. Hij schopte tegen het stoplicht, alsof die de schuldige was van de pijn. Het licht bleef op rood staan.
Ondertussen wachtten er steeds meer fietsers op het groene licht. Na een paar minuten pakte een man die naast hen stond zijn GSM en belde de gemeente over een kapot stoplicht.
''Ja, hier op de Zantweg. Ja. Sturen jullie iemand langs? O.K.'' en hij klapte zijn GSM dicht.
Dave zei tegen Robert:''nog 10 seconden of ik steek over.''
Robert antwoordde:''wacht eerst maar eens totdat de gasten van de gemeente hier zijn, hier leen mijn walkman maar.''Hij ritste zijn tas open en gaf hem zijn walkman.
Dave luisterde al snel naar Rammstein, zijn favoriete band.
Maar toch bleef hij ongeduldig. Hij keek even of er auto's aankwamen en stak over.
Door de luide muziek van de walkman hoorde hij de Mercedes niet die met een wreed harde snelheid kwam aanrazen. Robert zag alles vertraagd, hoe de Mercedes niet eens uitweek maar met vol gas Dave's been raakte en tegen de kettingkast klapte, hoe Dave werd geschept, en hoe zijn nek dubbelklapte.
Maar de Mercedes stopte niet, minderde niet eens snelheid. Hij reed gewoon door, Dave op straat achterlatend. De man met de GSM begon weer druk te bellen en vroeg om een ambulance, maar een van de omstanders merkte op dat het al te laat was. En dat was ook zo, Dave bewoog niet meer. Bloed sijpelde uit zijn hoofd en uit zijn been. Het bot stak eruit, door zijn broek heen. Van de walkman was niet veel meer over, het ding bleef eerst hangen aan de ruitenwissers, maar na een snelle bocht lagen alle stukjes uit elkaar. De versplinterde CD lag ernaast. Robert sprong van zijn fiets en was eerder bij Dave dan dat zijn fiets was gevallen. De ravage was niet te overzien. De fiets lag zo gekronkeld dat je met een extra wiel er makkelijk een driewieler van had kunnen maken. Maar Dave zag er veel erger uit. Zijn witte jas was nu grotendeels rood. Een stuk stuur stak uit zijn buik en je zag dat hij door was geschoven door het bloedspoor. Zijn linkerbeen was compleet ontveld, de aders lagen bijna naast zijn been. Zijn rechterbeen leek het meeste op rode appelmoes met stukjes bot. Zijn gezicht was het ergste, de ruitenwissers van de auto hadden diepe sporen nagelaten waar het bloed uit spoot,, hij was een oog kwijt, die lag een paar meter verder, er was een flinke hap uit zijn neus en wang. Kortom een goor geheel. De ambulance was snel gearriveerd, maar was nog sneller weg. De conclusie was simpel, dood. De lijkenwagen arriveerde tegelijk met de man die het stoplicht ging fiksen. Robert, helemaal lijkbleek, dacht bij zichzelf:''als hij nou gewoon even had gewacht''
Robert reed alleen naar huis. Thuis ging hij op zijn bed liggen, denkend over Dave.
's Nachts droomde hij over het auto-ongeluk, hij zag keer op keer de auto op Dave inrijden.
Hij zag zichzelf als bestuurder. Hij wou zo snel mogelijk wakker worden, hij was in paniek.
Toen zag hij in zijn droom het kentekennummer. Hij nam zich voor om het 's morgens op te schrijven maar viel weer in een droomloze slaap. Echter, de volgende ochtend herinnerde hij zich het nummer goed: GRM-666. Het was een Italiaans nummerbord. Dat wist hij omdat hij fan was van alle soorten Italiaanse auto's, met voorkeur voor Ferrari. Hij kleedde zich aan en ging naar beneden. Daar zat zijn moeder op de bank, tegenover haar zat een agent.''Robert,''zei ze.''Je moet getuigen op het bureau.'' Robert zei: '' Oké ik pak mijn fiets wel'' maar stond plotseling stil, bij het woord 'fiets' kwam alles weer naar boven. Hij slikte en vroeg of hij met de politieauto mee kon gaan.
Grim