Ja, let niet op dit verhaal. Ver-schrik-ke-lijk.

*luister nooooit Darkmetal als je een verhaaltje probeert te schrijven



*
----------------
“Nee! Blijf van me af. Ga weg!” gilde ze. Ze gooide met haar kussen en hoopte dat ze hem had geraakt. Maar het kussen kwam met een doffe klap tegen de muur aan. Hij had onderweg niets geraakt. Even knipperde ze met haar ogen, maar de schim voor haar bleef. Ze schopte de deken van zich af en stapte uit bed. De koude vloer bezorgde haar kippenvel en ze verlangde weer naar haar warme nestje. Haar voeten plakten aan het hout. Stapje voor stapje kwam ze dichter in de buurt van haar kussen. Ze griste het van de grond en rende zo snel als ze kon weer terug naar bed.
De schim zweefde nog steeds boven het voeteneinde van haar bed. Hij bewoog zich nauwelijks. Zijn donkere gewaad wapperde wat heen en weer, maar dat was dan ook het enige. Twee rode ogen keken haar aan, alsof ze dwars door haar heen konden kijken. In zijn rechterhand hield hij zijn ijzeren pijl stevig vast. Elk moment kon hij haar doden. De pijl dwars door haar hart steken zodat het bloed eruit spoot. Haar laten gillen van pijn en haar ziel verdrijven uit haar lichaam.
“Wat doet u hier?” fluisterde ze. Haar keel zat dicht geknepen van angst. Ze was midden in de nacht wakker geworden van een hard geklapper. Toen ze haar ogen opende zag ze de schim haar kamer binnen zweven. Hij zei niks en bewoog zich alleen maar richting het einde van haar bed.
Ze was alleen thuis. Haar ouders waren een weekendje weg en haar zusje sliep bij een vriendinnetje. Niemand zou haar kunnen helpen als ze zou schreeuwen om hulp. Hun boerderij lag verscholen achter dicht bos van grote, oude bomen. Vanaf de weg was er niks te zien, alleen een weg naar hun huis.
“Zeg iets.” Ze beet op haar lip en keen om zich heen. Haar kamerdeur klapperde nog steeds. Door een spleet tussen haar gordijnen zag ze een melkwitte, volle maan. Één enkel wolkje schoof voor de maan voorbij.
“Mooi he, die maan.” Ze schrok van de plotselinge stem. De stem klonk brokkelig en oud. De schim had zich iets naar voren geplaatst en zweefde nu recht voor haar neus.
“Uh ja, prachtig,” stotterde ze. Een scherpe geur bereikte haar neus. Oud en muf.
“Ben je bang?” De schim draaide rondjes met zijn pijl. Het puntje leek vlijmscherp. Het schitterde in het licht van de volle maan.
“Ja.”
“Nu nog banger?” Hij tilde zijn pijl hoog op en richtte die recht op haar hart. Met zijn linkerhand trok hij haar nachthemd van haar lichaam. Angst gierde door haar lijf. Al haar haartjes stonden omhoog. Zijn leren hand streelde de huid boven haar hart.
“Je hartje klopt lekker snel. Mooi zo. Zeer mooi...” De schim spuugde en smeerde zijn speeksel uit op haar huid. Hij tilde zijn rechterarm nog hoger op.
“Niet doen. Alstublieft!” Ze probeerde zich weg te draaien, maar ze voelde iets zwaars op haar borst drukken. Alleen haar armen en benen kon ze bewegen, maar trappen of slaan had geen zin. Hij voelde toch niks, want je trapte gewoon door hem heen.
“Rustig blijven liggen, want dan voel je het minste. Ik wil een mooie wond in je maken.” De schim drukte met zijn ene hand haar hoofd strak op haar kussen en zijn andere hand kwam pijlsnel naar beneden. De pijl ging zonder moeite door haar heen. Haar rode bloed spoot alle kanten op. Het bed, de muren, het plafond, alles was rood gekleurd. Ze gilde kort, maar daarna stierf haar geluid weg en ontsnapte haar geest.
---------
Slecht he?