Laat A het punt op 12 meter hoogte zijn vanwaar de achtbaan naar beneden komt, B het punt waar de kuil zich bevindt en C het punt op 11 meter hoogte met AB=BC=12,5 meter. Voor de kracht F1 langs het traject AB geldt dan: F1*AB=500*9,8*12, dus F1=500*9,8*12/12,5=40*9,8*12=392*12=4704 N. Voor de kracht F2 langs het traject BC geldt: F2*BC=500*9,8*11, dus F2=500*9,8*11/12,5=40*9,8*11=392*11=4312 N, dus de gemiddelde grootte van F1 en F2 is 0,5(4704+4312) N=0,5*9016 N=4508 N.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|