Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
|
![]() |
|
![]() Onibaba (1964) - Is de derde Shindo titel die ik zie, en wederom ben ik zéér onder de indruk. Na zichzelf internationaal op de kaart te zetten met het, ietwat ontoegankelijke, meesterwerk The Naked Island (1960), komt Shindo terug met een erotisch geladen drama. Op het eerste gezicht lijkt het weinig van doen te hebben met het documentaireachtige Naked Island, en meer van het latere Kuroneko (1968) weg te hebben. Maar als je iets verder kijkt zijn de invloeden van The Naked Island toch niet te ontkennen. De film handelt over twee vrouwen. Een oudere vrouw en haar jonge schoondochter. De zoon/man heeft hen verlaten om met Hachi ten strijde te trekken. Door de oorlog en de slechte weersomstandigheden is de oogst mislukt, en zijn ze gedwongen gewonde smourai, die terugkomen van het slagveld, om het leven te brengen. Deze worden gestript en hun spullen worden doorverkocht voor een kleine hoeveelheid voedsel. Na een tijd zo te leven komt Hachi terug van de oorlog, hij heeft kunnen ontsnappen maar zijn vriend heeft het helaas niet gered. In eerste instantie moet de jonge weduwe niets van Hachi hebben. Maar na een tijdje begint het verlangen toch te branden, en geeft ze zich over aan de enige man in de wijde omtrek. De oudere vrouw heeft hier problemen mee; ze is bang alleen achter gelaten te worden, en enigszins jaloers op haar schoondochter. Ze probeert Hachi te verleiden, maar hij moet niets van haar hebben en vernedert haar. Gedwongen door haar angst om alleen achter te blijven besluit ze wraak te nemen. Met het masker van een vervloekte samourai jaagt ze de jonge dame de stuipen op het lijf. Maar uiteindelijk komt het haar duur te staan. De omgeving van de film heeft net als in The Naked Island een hoofdrol. De film speelt zich af in een moerasachtige setting, helemaal vol met lang gras. Dit is samen met de geluidseffecten een uiterst geslaagde combinatie. Want het lange gras alleen brengt al een heleboel mysterie met zich mee, maar de geluidseffecten geven er nog een extra dimensie aan, waadoor er toch extra dreiging van uitgaat. Je weet nooit wie of wat er zich in schuilhoudt en wat dit weer met zich meebrengt. Zoals ik al gewend ben van Shindo is het visueel ook dik in orde. Zeer stijlvolle beelden, nooit te veel van het goede maar perfect gedoseerd. En ook weer doordrenkt met symboliek. Ook de percussie score van Hikaru Hayashi was weer om te smullen. Persoonlijk vond ik de film net iets minder sterk dan Kuroneko, maar al met al toch zeker een aanrader! Er zijn drie verschillende DVD-releases van de film, maar als we DVDBeaver mogen geloven is de Masters of Cinema versie "the one to own".
__________________
Willem was in zijn leven een doorzetter.
Laatst gewijzigd op 29-03-2007 om 13:20. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
|
![]() |
|
Taste of Cherry (Ta’m e guilass) (1997)
Recensie geschreven als studie-opdracht: Hoe vind je iemand die je wil assisteren bij het beëindigen van je leven? Met deze vraag in het achterhoofd gaat Meneer Badii (Homayon Eshadi) op pad. Hij rijdt rond in en rondom een niet nader genoemde Iraanse stad, diverse mensen aansprekend om te proberen hen met een grote som geld over te halen de put te dichten waarin hij van plan is zichzelf te doden. Zijn besluit staat echter, zo blijkt, nog niet helemaal vast: hij houdt iedereen de mogelijkheid voor dat hij nog in leven zal zijn, als zij toe zullen komen voor het karwei. Iedereen die Badii probeert te overtuigen, neemt plaats in zijn auto en samen nemen ze de plezierige en minder plezierige kanten van het leven door. Is het leven genoeg de moeite waard voor Badii om te besluiten van zijn voornemen af te zien?
Spoiler
De film kan gezien worden als een filosofische verhandeling over leven en dood. Veel valt te zeggen voor de nauwkeurigheid en diepgang waarmee Kiarostami te werk is gegaan. Hij heeft veel zorg besteedt aan het op elkaar afstemmen van beeld, vertelwijze en verhaal. Zo is de hoofdpersoon een man voor wie het leven een slepende ellende is geworden, en het trage tempo van de film onderstreept dat. De leegheid van het bestaan van Badii wordt benadrukt door de minimalistische manier van filmen. De troosteloze omgeving waarin Kiarostami het verhaal zich laat ontvouwen past bij Badii, die er net zo zeker van is dat zijn leven troosteloos is. Ook het geluid is sober gehouden: geen non-diëgetisch geluid, en ‘storende’ achtergrondgeluiden zijn behouden. Dat geeft de film een realisme en een concentratie op de hoofdpersoon, die gelden als positieve punten. Bovendien wordt ons door het open einde en het uitblijven van een motivatie voor de daad van Badii geen oordeel opgedrongen door de regisseur. Persoonlijk vind ik ‘Taste of cherry’ enigszins tegenvallen. Het verhaal mag als filosofisch gezien worden, het is ook flinterdun. De cameravoering, montage etc. mogen dan bij het verhaal horen, het is allemaal ook wel erg saai om naar te kijken. Bovendien heb ik als kijker helemaal niets met Badii. Ik hoef niet te oordelen, maar dat maakt tevens dat het me eigenlijk weinig kan schelen wat hij uiteindelijk beslist. Hij lijkt overigens na het gesprek met de derde man van gedachte te zijn veranderd. Deze man vertelt hem een verhaal over waarom het de moeite waard is om te blijven leven. Het verhaal over de ‘smaak van kersen’ vond ik dan weer cliché en zoetsappig, wat totaal niet past bij de rest van de film, die heel realistisch aandoet. Maar dat iemand afstand doet van het idee zelfmoord te willen plegen, door het eten van wat kersen, gaat mij wat te ver. Was die scène wat afgezwakt, zou het een betere film zijn geweest. 2/5 |
![]() |
||
Citaat:
__________________
man, it must be great being you watching me.
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Nothing happens, nobody comes, nobody goes, it's awful
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
|
![]() |
||
Citaat:
Haha dat slaat helemaal nergens op
__________________
Nothing happens, nobody comes, nobody goes, it's awful
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Nothing happens, nobody comes, nobody goes, it's awful
|
![]() |
||
Citaat:
|
![]() |
|||
Citaat:
Citaat:
Ik begin een patroon te ontdekken. ![]() Verder slaat je rant op poep, naar mijn bescheiden mening. |
![]() |
||
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]() Had eerlijk gezegd geen zin om daar koppig te blijven zitten terwijl dat tuig om me heen gaat staan borstelen. Maar toch!
__________________
Als het leven geen zin heeft, dan maakt het maar zin!
|
![]() |
|
![]() Nijushi no hitimi (1954 – Keisuke Kinoshita) Twenty-four Eyes (zoals de film in het westen bekend is) wordt, door zowel de gewone kijker als de critici, gezien als een hoogtepunt in de geschiedenis van de Japanse film. De film heeft in 1954 de Kinema Junpo prijs voor beste film gewonnen (gewonnen van Kurosawa’s Seven Samourai) en een Golden Globe voor beste niet Engelstalige film. Dan is het toch vreemd, om te zien dat deze tranentrekker zo enorm onbekend is in het westen. We beginnen de film met een korte introductie van het Eiland (Shodoshima), en haar bewoners. We zien een lerares afscheid nemen van haar klas. En we zien de nieuwe lerares (Mevrouw Oishi) arriveren. Maar ze past niet echt in het traditionele plaatje. Ze komt aan op een fiets, en ze draagt een pak. Er wordt schande gesproken over haar door de bewoners van het kleine dorpje. Maar met haar vooruitstrevende methoden weet ze toch het hart van de kinderen te winnen. Na een aantal maanden is ze nog steeds niet helemaal geaccepteerd door haar omgeving, een mannelijke collega is zelfs een beetje bang voor de ‘onafhankelijke’ vrouw. Tijdens een ochtend op het strand gebeurt er een ongeluk met de lerares. Ze valt in een kuil en blesseert zich zodanig dat ze bijna een jaar geen les mag geven. De kinderen komen bij haar op bezoek, maar hebben zich toch een beetje verkeken op de afstand van hun dorpje naar het huis van de lerares. Maar ondanks hun tranen zijn ze toch vastberaden om door te gaan. Gelukkig komen ze onderweg Oishi tegen. Ze rennen op haar af alsof het hun moeder is die terugkomt van een lange reis. Vervolgens neemt ze kinderen met de bus mee naar haar woning, om daar te kinderen te verzorgen en ze wat te eten te geven. En zo wint ze ook de harten van de ouders. Maar na een tijdje komt er toch slecht nieuws. Door haar blessure kan ze niet werken in het dorpje, en wordt ze overgeplaatst naar een andere school. Het afscheid volgt, maar het zal niet lang duren voordat ze haar 24 ogen weer tegenkomt. Het eerste deel van de film is erg ‘vrolijk’. En tijdens het kijken moest ik vaak terugdenken aan mijn eigen jeugd. Het uittesten van de nieuwe leraar, met de hele klas op ziekenbezoek om maar eens wat te noemen. Ook visueel is de film zeer interessant, dat komt niet alleen door de prachtige compositie. Maar ook door de effectieve montage. Het is erg sterk gevonden hoe bijvoorbeeld de kinderen geïntroduceerd worden. We zien telkens een naam, en dan een kort shot van het jongetje/meisje die daar op reageert. Dit laat weer eens zien hoe Oishi haar leerlingen ziet. Niet als één groot geheel dat klaargestoomd wordt om hun plichten voor het land te vervullen. Maar als twaalf verschillende personen met elk hun eigen ambities. Dan maakt de film een sprong van vijf jaar. De kleur van de zee, en de grootsheid van de bergen veranderen niet, maar de dag van morgen is nu. Zo komen we aan in het tweede, heel wat grimmigere, stuk van de film. De leerlingen zitten inmiddels in hun 6e schooljaar, en hebben eindelijk hun weerzien met Oishi. De werelden zijn alleen veranderd. Iedere leerling heeft zijn of haar eigen problemen, en ook, de nu getrouwde Oishi, heeft het niet altijd even gemakkelijk. Zo worden haar methoden wederom afgekeurd. Omdat ze niet denkt aan het grote goed. De jongens moeten krijgers worden, ze moeten goede dingen over het land horen. In plaats daarvan legt ze de situatie uit aan haar klas, waardoor ze het risico loopt als communist gezien te worden. Ze wordt verboden dit nog te doen, en zo verliest ze haar plezier in het lesgeven. Ze wil haar kinderen beschermen, en niet de dood insturen door leugens te verspreiden. Het is mooi te zien hoe de kinderen ontwikkeld zijn in de vijf jaar. Iedereen is goed uitgediept en de problemen van de kinderen zijn eigenlijk tijdloos, en dus nog steeds herkenbaar. In het eerste deel van de film zijn de kinderen al in aanraking gekomen met afscheid (Oishi die heel toepasselijk wegdrijft op een boot, terwijl ze toegezongen wordt door haar leerlingen en collega’s). Maar nu komen ze toch op een heel andere manier in aanraking met het afscheid: de dood. Matsu-Chan, wiens moeder overlijdt door de geboorte van een baby. Met als gevolg dat Matsu van school moet om voor haar vader te zorgen. En als de baby overlijdt, wordt het alsmaar slechter voor haar. Haar vader raakt aan de drank, en Matsu wordt van haar vader gescheiden om elders te gaan werken als bediende. Het is pijnlijk te zien hoe dit Oishi persoonlijk raakt, telkens die lege stoel in de klas, en ze is één van haar kinderen kwijt. Hartverscheurend is ook de confrontatie die later plaatsvindt op een schoolreisje. En zo komen er nog een aantal kinderen voorbij (ik zal het mezelf en jullie besparen er allemaal op in te gaan). Dan wordt er nog twee keer in de tijd gesprongen. En ik ga direct naar de tweede sprong. We komen een jaar na de oorlog aan. Iedereen is ouder geworden. Oishi’s man is omgekomen in de oorlog, net als het merendeel van haar mannelijke leerlingen. Ze moet alleen voor de kinderen zorgen, maar heeft besloten toch weer op school te gaan werken. Op deze school krijgt ze weer een eerste klas. Het zijn bijna allemaal afstammelingen van haar vroegere kinderen. En zo wordt ze weer herinnerd aan haar oude klas, en hoe het met de leerlingen is afgelopen. Uiteindelijk komt er weer een reünie. Het merendeel van de vrouwen is aanwezig, en ook de enige overgebleven man, blind door een ongeluk in de oorlog, is gekomen. Mooi is het eerbetoon van de nu volwassen leerlingen aan hun leraar. Een nieuwe fiets, om weer bij school te komen. Maar nog mooier is hoe de herinnering aan vroeger in het geheugen gegrift is: de blinde man weet nog precies hoe de foto van het eerste afscheid eruit ziet. Al met al is Twenty-Four Eyes dus een prachtig anti-oorlog drama en een zeer indrukwekkende tour door de een boeiende periode in de Japanse geschiedenis. En een geweldige introductie met het werk van Kinoshita Alles is met zo veel bewondering en respect in beeld gebracht. De film doet hier en daar zelfs nog aan het Italiaanse neo-realisme denken. Zeker als je later terugziet dat een groot deel van de cast niet eens acteurs/actrices zijn. Ook goed gevonden zijn de constante verwijzingen naar vroeger in de film. Dat je even weg wil van de ellende, en door een subtiele hint gelijk terugdenkt aan de jeugd. Zo is er bijvoorbeeld de toespraak van de Keizer door de radio. De keizer, de man waar een leerling vroeger van dacht dat hij in een kastje zat. En zo zijn er nog talloze dingetjes waardoor Kinoshita keer op keer de gevoelige snaar weet te raken. Ik kan niets anders doen dan deze film aanraden, hoewel hij bij sommige mensen vast in de categorie “kijken naar het groeien van gras” en “kijken naar het drogen van de verf” zal vallen. Gods, wat ben ik opeens lang van stof.
__________________
Willem was in zijn leven een doorzetter.
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
The Butcher Boy (1917 - Roscoe Arbuckle) - Eerste film uit m'n Buster Keaton Complete Shorts (1917 - 1923) boxje, en dus ook de eerste verschijning van Keaton op het witte doek. De rol van Keaton is, zoals wel te verwachten viel, nogal klein en niet echt noemenswaardig. Fatty daarentegen steelt de show. Wie wil er nu geen veel te dikke man verkleed als dame met prachtige pijpkrullen een kostschool voor meisjes zien infiltreren om daar de boel eens goed op stelten te zetten. Ook de food-fight is best leuk.
__________________
Willem was in zijn leven een doorzetter.
|
![]() |
|
Three times (Zui hao shi guang) (2005)
Recensie gemaakt als studie-opdracht: Drie verschillende romances in drie verschillende tijden, maar met dezelfde personages worden door regisseur Hsiao-hsien (1947) op bijzondere wijze met elkaar verwoven. Het is moeilijk een adequate beschrijving van de plot te bieden, zonder teveel weg te geven. In ieder geval kan gezegd worden dat de film bestaat uit drie sequenties waarin steeds dezelfde twee hoofdpersonen voorkomen, maar die steeds in een ander tijd spelen. Het eerste gedeelte speelt zich af in 1966, het tweede gedeelte in 1911 en het derde gedeelte in 2005. De rode draad, het gegeven dat de sequenties bij elkaar houdt, is de liefde tussen een meisje, gespeeld door de beeldschone Qi Shu, en een jongeman, gespeeld door Cheng Chan. Hun liefde is telkens weer anders, gevormd door de context (zoals de tijd, de omgangsnormen, de sociale realiteit etc.) en komt steeds anders over. De eerste sequentie, die zich afspeelt in 1966, is het meest geslaagd. Hierin is Qi het meisje May, dat in een poolzaal werkt en Cheng de jongen die na één avond verliefd op haar wordt, het leger in moet, haar blijft schrijven en bij terugkomst een lege zaal vindt en naar zijn geliefde op zoek gaat. De onwennigheid van de twee personages ten opzichte van elkaar wordt op adequate manier gevangen. De sfeer van onzekerheid die er tussen heb bestaat weet Hsiao-hsien perfect over te brengen, hierbij geholpen door het subtiele, ingetogen acteerwerk van de beide personages. Dialoog speelt een ondergeschikte rol en terecht: wat er gebeurt kan het best duidelijk worden gemaakt door de uitwisseling van blikken tussen Qi en Cheng. Stilistisch gezien is het gedeelte dat zich in 1911 afspeelt het mooist. De omgeving waarin beide personages zich bevinden is rijkelijk aangekleed, met veel oog voor detail. Cinematografisch gezien is deze sequentie een lust voor het oog. De omgeving en het verhaal worden sfeervol ondersteunt door het aangename gebruik van pianomuziek. Er wordt niet gesproken, maar de dialoog komt in de vorm van tussentitels, alsof het een stomme film betreft. Dat is een onverwachte maar originele beslissing die verrassend goed uitpakt, als je eenmaal erin mee bent gegaan. De zwakte zit hem in het feit dat de sequentie enigszins langdradig is en de relatie tussen Qi en Cheng niet goed duidelijk wordt. Hoewel het laatste gedeelte allesbehalve saai is, is ze ook het minst interessant. Het handelt over Qi en Cheng die vriend en vriendinnetje zijn, maar Qi heeft ook een lesbische relatie met een derde personage. Een groot gedeelte van de kracht van de eerste sequenties lag in het feit dat de liefde tussen de hoofdpersonages impliciet werd uitgedragen, terwijl hier (bijna) alle remmen los gaan. Ook is het verhaal en de setting wel erg doorsnee. De manier waarop de gebeurtenissen in beeld gebracht worden heeft een hardheid die niet past bij de eerdere sequenties. Daarom sluit zij minder goed aan. Desondanks zijn alle drie de gedeelten samen een prachtig geheel. 4/5 ![]() Qi Shu! ![]() ![]() |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
__________________
I did it for teh lulz
|
![]() |
|
![]() Mikaël (1924 - Carl Th. Dreyer) Need I say more Superfilm. Schilder Claude Zerot is een wereldberoemd schilder en op een dag komt beginnend schilder Mikaël bij hem langs om zijn schetsen te laten zien. Het wordt afgekeurd, maar het knappe koppie van de jonge Mikaël valt bij de schilder gelijk in de smaak. Mikaël is vanaf dat moment het vaste model voor Zerot, en ‘samen’ maken ze verschillende meesterwerken. Dan komt er een Russische prinses ten tonele: het is de schone, maar niet meer zo rijke, Lucia Zamikoff. Ze vraagt Zerot een portret van haar te maken. Maar dat weigert de schilder, hij werkt niet op bestelling. Als de teleurgestelde Lucia op punt staat van vertrekken ziet Zerot toch wel wat in haar, en besluit toch een portret van haar te maken. Tijdens het werken (en ook daarna) probeert Lucia de oude, en vooral erg rijke, schilder te versieren, om zo haar schulden af te lossen. Maar daar moet hij niets van hebben, hij gaat immers met Mikaël. Dus probeert ze het eens bij Mikaël zelf, die wel een beetje uitgekeken is op de oude man, en met succes. Mikaël gaat steeds vaker weg en komt op een gegeven moment zelfs niet meer langs, tenzij het verplicht is voor het werk. Mikaël is ook niet altijd even netjes, hij liegt zijn meester/geliefde voor, verkoopt zijn werk om de schulden van Lucia af te betalen, en blijft maar geld nemen van Zerot om zo zijn dure levensstijl te bekostigen. Vriend (en biograaf) Schwitt probeert Zerot wijs te maken dat Mikaël zijn liefde niet waard is, maar hier wil Zerot niets van weten. Ondertussen steelt Mikaël zelfs van zijn Zerot, en dit is dan de laatste klap. Hij gaat eraan onderdoor, en overlijdt die avond. Er wordt nog geprobeerd Mikaël (die nog wel alles van Zerot krijgt) op te piepen, maar dat lukt niet meer. En zo steft hij alleen, maar wel tevreden. Hij heeft tenminste ware liefde mogen aanschouwen. Erg rijke film, die iets minder bekend is in het oeuvre van Dreyer. Erg mooi geschoten (en wat een sets ook!), en lekker vlot vertelt. De film verveelt werkelijk geen moment. De relatie tussen de kunstenaar en zijn/haar leerling komt goed uit de verf, en ook andere thema’s worden goed behandelt. En ook nog een compliment voor de betoverende score van Pierre Oser, past fantastisch bij de film.
__________________
Willem was in zijn leven een doorzetter.
Laatst gewijzigd op 01-04-2007 om 15:33. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Films, TV & Radio |
Welke film, bitches. Welke film. (nummero zoveel +1) DanielC | 3 | 06-04-2007 11:50 |