In de spiegeling van het water,
zie ik een gezicht,
moe, belabberd en triest,
wie is dat?
vraag ik me af.
Is dat de ik?
de ik die vrolijk was,
die speelde, huppelde en blij was,
die niet stil kon zitten,
ben ik dit?
Nu zit ik hier zo,
zo alleen, triest en moe,
moe van alles, moe van iedereen,
zo is de ik niet,
ik hoor blij te zijn.
Blij zijn, blij zijn,
het blijft maar echo-en,
in m'n hoofd, hoofd, hoofd,
het gaat niet, niet, niet,
ik kan niet blij zijn, zijn, zijn.
De spiegeling heeft lang genoeg geduurt,
Spiegeling heeft lang genoeg geduurt,
lopend, naar de volgende spiegeling,
naar de volgende, vreselijke spiegeling,
met dat moe, belabberde en trieste gezicht.
Deze vind ik wel goed gelukt.

Al gaat het de laatste tijd moeizaam en komen er nooit zulke mooie gedichtjes uit..