Ik vind het maar niets, die blikken doos die mij krakend aan zit te staren.
Of zitten computers niet?
De mijne wel.
Maar daar gaat het nu niet om. Het is de verveling die mij dit doet typen. De verveling die voortkomt uit de te korte tijd die ik heb vrijgemaakt om scheikunde te leren. Bij elk omhoogploppend schermpje wordt ik er weer aan herinnerd dat ik ontzettend nutteloos bezig ben. Maar die herinnering spoort mij niet aan van bezigheid te veranderen. Het is wel goed zo.
Ik schrik weer op, maar dit keer door de printer die zucht. Was ik maar een printer. Dan hoefde ik alleen maar te zuchten en dingen te zeggen die een ander voor je bedacht heeft. Heerlijk. Die zorgeloosheid. Maar het printerschap is voor mij niet weggelegd en ik ben alweer verdwaald in de letters die mijn woorden vormen.
De kamer waarin ik zit is klein. Iets groter dan ik, mijn bureau en de computer samen. Het is hier ook benauwd, en het wordt steeds benauwder doordat ik het kleine beetje open ruimte dat hier nog aanwezig is, vul met mijn zinnen. Gelukkig ben ik hier de enige die ademt.
Ik ben hier, maar daar ga ik mee stoppen. Dag hok, ik ga scheikunde leren.
__________________
een beetje vreemd...
|