Ik heb hetzelfde gevoel als toen ik bij de slager was en ik twee tarwe broden bestelde. Ik zette mijn fiets tegen de lantaarnpaal en zette hem op slot. Mijn fiets, op slot, tegen die paal. ‘t Leek een slechte Nederlandse film. Traag en zonder humor, maar vallen deed hij wel. Ik zette mijn fiets weer overeind en liep naar de deur. ’t Was een zware deur, ook al was hij van glas. Er ging zo’n vervelend belletje. 2 keer zelfs, ook toen de deur weer dicht ging. Ik keek naar de kassa en daarna naar de slager. “2 tarwe broden.” Ik deed iets fout. En dat gevoel heb ik nu ook. Ik haal de vork uit de hand van mij zus. Ach, eigelijk is het ook haar schuld. ‘t Ligt op mijn bord. ‘t is verdomme mijn vlees!
Ik wil nog even benadrukken dat ik wiskunde 'studeer'. En dat ik heel goed tegen kritiek kan
.