Om zes uur vertrokken Anna en haar moeder naar school. Het gebouw lag er vreemd verlaten bij, en ze moesten langs het secretariaat gaan. Rosa en haar ouders twee strakke mensen, heel net en formeel gekleed, waren er al. Meneer Durio en de directeur, meneer Stravant, gaven hen een hand. Anna bloosde een beetje.
Toen haar blik naar Rosa dwaalde, trok Rosa uitdagend een mooi gevormde wenkbrauw op. Haar lip was gescheurd en de huid rond haar neus was een beetje rood.
'Volgt u mij,' zei meneer Stravant.
Hij nam ze mee naar zijn kantoor waar ze allemaal gingen zitten, Rosa en haar ouders en Anna en haar moeder aan één kant van het bureau, en meneer Durio en meneer Stravant aan de andere kant.
'We weten allemaal waarom we hier zijn,' begon meneer Durio met een ietwat kille blik op Anna. 'Anna, wil jij 't soms zeggen?'
Anna werd knalrood en keek naar haar nagelriemen. Ze mompelde iets ontwijkend.
'Anna viel mij aan,' zei Rosa bijdehand.
Haar moeder glimlachte, maar boog zich naar haar dochter en zei vriendelijk: 'Laat mama en papa praten, lieverd.'
'Had je daar een reden toe, Anna?' vroeg meneer Stravant ernstig.
Anna staarde naar Rosa. Het meisje keek haar uitdagend aan, alsof ze zei: 'Zeg het maar, lafaard. Maar ik beloof je, wij maken je leven zuur. Héél zuur.'
'Ik had niet echt...ik weet niet,' stamelde Anna.
Meneer Stravant trok zijn grijze wenkbrauwen op. 'Je had er geen reden toe?'
'Dat zei ze ook tegen mij,' zei meneer Durio met een smal lachje.
'Ja, zeg, wacht even,' zei Anna's moeder verontwaardigd. 'Denken jullie dat mijn dochter zomaar mensen aanvalt?'
'Geen idee,' zei meneer Stravant kalm. 'Wij wachten gewoon tot Anna ons meer vertelt.'
'Anna!' zei mevrouw Vermelden, die zich niet-begrijpend naar haar hevig blozende dochter keerde. 'Vertel het hun. Vertel hun wat je mij in de auto hebt vertelt?'
Anna voelde haar hart wild klopppen. Als ze terug kwam naar school, zouden Rosa en haar vriendinnen haar het leven zuur maken. Als ze nu de waarheid vertelde over Rosa, dan...dan wist ze niet wat er zou gebeuren, maar het zou niet goed zijn.
'Anna!' zei haar moeder, die nu ronduit kwaad was. 'Wat jij me hebt verteld - was dat waar?'
Anna ging rechtop zitten. 'Nee,' loog ze met een stalen gezicht. 'Ik loog, mama. Het spijt me. Ik wist niet wat ik moest zeggen.'
Meneer Durio kuchte triomfantelijk en Rosa ging aandachtig overeind zitten.
'Wel, wat is dan de reden?' stamelde mevrouw Vermelden, lijkbleek van ingehouden woede.
'Er was geen reden,' zei Anna. Ze hapte naar adem en zei: 'Ze werkte gewoon op mijn zenuwen.'
'Dat lijkt me duidelijk,' zei meneer Stravant zacht. Hij keerde zich naar Rosa en Anna. 'Meisjes, als jullie op de gang willen wachten? Ik moet even met jullie ouders spreken.'
Rosa en Anna gingen aarzelend staan en wankelden naar de deur. Anna zag de gekwetste, onbegrijpende blik van haar moeder. Arme mama. Als ze het nu gewoon begreep.
|