Gefeliciteerd papa. Gefeliciteerd met je verjaardag, al ben je er niet meer. Ik geloof niet in de hemel, ik geloof niet dat er iets is waar jij nu bent, ik geloof niet dat ik je ooit nog zie. Je bent nog as, leeft alleen nog in mijn hoofd. De eerste weken bijna niet. Ik dacht niet veel aan je, ging gewoon door, wachtte tot je weer thuiskwam. Maar toen, twee weken geleden, kwam het besef dat je nooit meer thuis komt. Toen ik daar zat, J. en D. bezopen, en ik maar bleef vragen 'waar ben je? Ik wil naar je toe, ik wil alleen bij jou zijn, waar ben je toch? Ik hou verdomme van je, papa kom terug?' en ik wist dat ik geen antwoorden zou krijgen, dat ik niet naar hem toe kan. Dat ik niet op zijn schoot kan zitten om uit te huilen, terwijl hij moeizaam zijn arm om me heen slaat, zijn arm, die hij nauwelijks kon bewegen, aan het eind helemaal niet meer. Zijn hand als vuist, die hij niet kon openen. Die hand, die eerst zoveel tekeningen heeft gemaakt, zoveel foto's, zoveel dingen, die hand kon niks meer. Nee papa, het is beter dat je weg bent, je had geen leven, maar ik mis je, ik mis je. Elke avond in bed praat ik in de leegte, vertel ik over mijn dag, over J., over het gemis. Maar niemand hoort me, ook jij niet papa, want jij kan niets meer horen.
Ik was bij J. keek al sinds half negen steeds op mijn mobiel. Toen was het zover, 00:00. Ik begon spontaan te janken, J. schrok zich dood, ik had niet verteld dat je jarig was. Ik jankte maar en jankte maar en J. trooste me, zover ik hem toeliet. Na een half uur lachte ik weer. Oh papa, je moest eens weten hoe goed J. voor me is. Hoe blij ik van hem word. Je bent te vroeg dood gegaan, eigenlijk. Ik gebruikte toen nog volop drugs, liep nog als een zombie rond. Papa, kijk me nu eens. Weer kilo's aangekomen. J. is er blij om, mama is er blij om. Ik niet, ben liever weer zo mager, maar ik weet dat het goed is. Kijk mijn ogen eens, die weer stralen, en niet steeds zo dof staan van te weinig eten en slaap en te veel drugs. Papa, je bent altijd trots op me geweest, ik heb het weinig verdiend. Maar wat wil ik graag dat je me nu ziet en trots op me bent en ik weet dat ik het nu begin te verdienen.
Vandaag was weer een dag die ik vertellen zou aan jou.
Van de ochtend tot 't moment dat ik weer sliep.
Van de bomen en de straten en de pijn die ik vergat.
En later toch gehuild zoals je ziet.
__________________
Digital ash in a digital urn.
|