|
Dit is een verhaal dat ik een keer om drie uur 's nachts heb bedacht. Wat vinden jullie ervan ('t is pas deel 1)?
Het is een lange jongen, nauwelijks een halve kop kleiner dan hun meester.
“Die is echt geen twaalf,” fluistert Sara tegen haar beste vriendin Heleen. Heleen giechelt en sist terug: “’t Is net een meid met z’n staartje!”
Meester Sjoerd kijkt ze waarschuwend aan en de meisjes houden zich koest. Ze hebben al vaker een waarschuwing gehad. Meester Sjoerd legt zijn hand op de schouder van de knul die naast hem staat. De jongen is slank en heeft blond haar in een slordige paardenstaart. Hij kijkt verveeld naar de kinderen die in de kring zitten. “Jongens,” zegt meester Sjoerd, “dit is onze nieuwe klasgenoot.” De klas kijkt verbaasd naar de jongen, die duidelijk schijnt te willen maken dat het hem allemaal geen bal kan schelen. “Stel je maar even voor, jongen.”
“Ik ben Trash,” zegt de jongen kalm. Hij kijkt Sara aan terwijl hij dat zegt. Ze kijkt spottend terug en er verschijnt een scheef glimlachje op Trash’s gezicht. “Je moet niet denken dat ik hier voor me lol kom. Ik hoor hier ook eigenlijk niet.”
“Hoezo niet?” roept Tim, die zijn stoel altijd verkeerd om zet als ze in de kring zitten. Trash kijkt hem aan en grijnst. “’k Ben al vijftien, knulletje.”
“Wat doe je hier dan?” vraagt Tim verder.
“Ze moeten me niet op de middelbare. Ik moest weer naar school. Zeg, is dit een kruisverhoor? Nah, stel dan meteen maar al je vragen, ben ik daar tenminste vanaf.” De kinderen beginnen allemaal door elkaar te blčren en Trash stopt rustig zijn vingers in zijn oren. Meester Sjoerd zucht diep en brult: “KOPPE DICHT!!!” het wordt stil. “Allemaal om de beurt! Steek je vinger op als je wat wil zeggen.”
“Wordt u niet doodmoe van al die ettertjes?” grinnikt Trash.
“Word nooit leraar,” is meester Sjoerd’s duidelijke antwoord. Sara steekt haar vinger op en Trash kijkt haar aan. “Ik snap eigenlijk nog steeds niet wat je hier komt doen,” zegt ze brutaal. Trash haalt zijn schouders op. “Nou ja, ik ben pas verhuisd. Ik heb de basisschool nooit afgemaakt, snap je? Mijn ouders zijn doodgegaan toen ik drie was, en van mijn pleegouders ben ik weggelopen toen ik in groep zeven zat. Ik had altijd ruzie met ze. Toen had ik geen zin meer in school.” De klas wordt doodstil. Trash klinkt alsof hij het over het weer heeft. “Wat kijken jullie nou?” vraagt hij verbaasd. “Ik heb mijn ouders niet goed gekend, hoor. Maar nu moet ik dus in groep zeven beginnen. Ik moet me school afmaken.”
“Van wie?” vraagt Tim voorzichtig.
“Van Mister Lawatzy.”
Meester Sjoerd krabt op zijn hoofd. “Ja jongens,” mompelt hij, “Trash zit alweer een paar jaar in een tehuis. Mister Lawatzy was daar de baas. Maar daar moet je maar niet teveel over vragen. Vertel eens over je nieuwe pleeggezin, Trash!”
Trash knikt. “Mister Lawatzy probeert voor ons nieuwe pleeggezinnen te vinden. Voor mij is het gelukt, maar er zitten in dat tehuis heel veel kinderen die nergens meer heen kunnen. Ik woon nu bij vrienden van Mister Lawatzy.”
“Was het rot in dat tehuis?” vraagt Neeltje zonder haar vinger op te steken. Meester Sjoerd zegt er niks van, omdat Trash al antwoord geeft: “Nee hoor. Tehuizen zijn echt niet zoals in die verhalen, dat je geen eten krijgt enzo. Mijn beste vrienden heb ik daar leren kennen. En Mister Lawatzy is echt een geweldige vent. Hij regelt het allemaal voor ons. Er lopen daar geen psychiaters rond ofzo.”
“Wat voor types zitten daar dan?” roept Murat.
“Gewoon, weeskinderen. Of kinderen die weglopen omdat hun ouders ze niet willen.”
Sara denkt er over na. Raar idee, stel je voor dat je ouders je niet willen hebben. “Wat stom,” zegt ze hardop. “Het is toch zeker je eigen schuld als je een kind hebt.”
Trash knikt. “Meestal wel ja. Sommige ouders zijn stom. Doe je niks aan.”
“Hoe krijgt die Mister… Hoe heettie nou?”
“Mister Lawatzy.”
“Ja die. Hoe doet hij dat dan, in zijn eentje, zo’n heel tehuis?”
Trash haalt zijn schouders op. “De gemeente zal hem wel helpen ofzo. Het is in elk geval een geweldige vent.”
“Hij heeft wel een erg debiele naam,” zegt Heleen. Trash kijkt haar aan, met één oog dichtgeknepen. “Dat vind je zeker ook van mijn naam?”
“Ja, belachelijk,” snauwt Heleen meteen.
Trash knikt. “Ik heb ‘m zelf bedacht. Iedereen in ons tehuis bedenkt zijn eigen naam. Er komen alleen maar mensen die hun familie niet willen kennen, namelijk.”
“Waarom heet je dan Trash?” vraagt Ino.
“Weet je niet wat Trash betekent? Het is Engels voor rotzooi.”
“Dat is duidelijk ja,” fluistert Heleen tegen Sara. Ze schieten in de lach.
“Komisch hč?” Trash klinkt een beetje verdrietig. “Maar zo voelde ik me wel toen ik wegliep van huis.”
Het blijft stil. Trash kijkt de klas eens rond. De kinderen kijken allemaal terug, ze kijken een beetje verbaasd. Sara kijkt ook de klas rond. “Volgens mij vindt niemand hem aardig,” fluistert ze. Heleen schudt haar hoofd. “’Tuurlijk niet. Moet je nou kijken wat hij aan heeft. Wie draagt er nou nog een tuinbroek?”
“Hij,” giechelt Sara.
“Geen vragen meer? Moet je effe luisteren dan. Je moet me niet zielig vinden, ik heb best een goed leven gehad. Je moet niet denken dat ik debiel ben ofzo, omdat ik niet zo goed kan rekenen. Als je wat wil weten over het tehuis moet je het maar gewoon vragen. Je moet geen ruzie met me zoeken. Stoor je vooral niet aan mij. Kan ik nou gaan zitten?”
Sara mept op de lege stoel naast haar.
“Wat doe je nou?” sist Heleen.
“Kom hier maar zitten,” zegt Sara zonder zich iets van Heleen aan te trekken. Trash lacht naar haar en ploft neer op de stoel. Meester Sjoerd gaat ook zitten. Tim begint te vertellen wat hij in het weekend heeft gedaan. De kinderen kijken af en toe naar Trash, die helemaal opgaat in Tim’s verhaal. Het lijkt een heel normale dag te worden.
Meester Sjoerd heeft Trash bij Sara, Tim, Heleen en Yoran in het tafelgroepje gezet. Hij kijkt met Yoran mee in zijn boek. Hij schrijft nog slordiger dat Yoran, ze lachen samen om hun handschrift. Sara kijkt af en toe naar Trash, maar hij kijkt niet meer terug. “Zo te zien issie best goeie maatjes met Yoran,” zegt Heleen.
“Mooi zo, hebben wij geen last meer van hem.” Sara bijt op haar pen en denkt na over een vervelende som.
De bel gaat. Tim en Yoran wachten op Trash, die zijn pen in zijn laatje probeert te krijgen. De la klemt. Sara rolt met haar ogen en trekt Heleen mee naar buiten. “Doe je mee voetje van de vloer?” vraagt ze.
“Als Kifayet mee doet.” Heleen rent weg om het te vragen. Sara zoekt Bianca en Saďda. De jongens doen nooit mee met “voetje van de vloer”, die moeten altijd voetballen. Sara kijkt er een tijdje naar. ‘Sukkels,’ denkt ze. Heleen komt terug met Kifayet, Lena en Maartje. Sara wil wel tikker zijn. “Tien tellen vrijheid!” roept ze. De kinderen stuiven weg. “Klimrek telt niet mee!” roept ze haar vriendinnen nog achterna.
__________________
OE MOEME NOEMOE!!!!!!!!!
|