Een verhaaltje. Ik weet het: het slaat nergens op, maar ach. De meeste mensen die het hebben gelezen vonden het wel wat, geloof ik..
Lord of The Mouwophouders
Voor alle onwetenden onder ons.
Dit verhaal speelt zich NIET nu af, niet gisteren, en ook niet morgen.
Zelfs overmorgen niet! Nee, dit verhaal speelt zich af in 1628.
...eenmaal thuis aangekomen, zag de jongen een ouwe man in een rolstoel door hun achtertuin cruisen. Hij liep naar de oude man toe en vroeg: 'Heeft u toevallig gemerkt dat dit MIJN tuin is, en dus niet de uwe?' 'Jazeker,' antwoordde de oude man terwijl hij groene blaadjes in zijn pijp gooide, 'maar er staat hier nergens een bordje 'niet door onze tuin cruisen,' dus zie ik niet in waarom ik dat niet zou doen, zeg nou zelf, deze tuin is toch perfect om lekker door te cruisen met je mooie automatische rolstoel? Ik heb ook wat vrienden uitgenodigd, over ongeveer een half uurtje gaan we een rolstoelenrace houden.. Maar weet je wat, ik stel je een vraag, en dan moet jij antwoord geven. Als het antwoord fout is blijf ik, en als het goed is ook. Wat is de enige plaats ter wereld waar je mouwophouders kunt kopen?' 'Tjah, daar ben ik ook al naar op zoek,' antwoordde de jongen, waarop hij werd uitgemaakt voor 'onwetende aardsknol' en half werd aangereden door de man in zijn rolstoel, die, zo concludeerde de jongen, een start- en finishlijn op het gras wilde gaan tekenen.. 'Ja maar heej, dat gaat zomaar niet!' 'Zet eerst maar een bordje neer met 'niet door de tuin cruisen en al helemaal geen start- en finishlijnen op het gras tekenen' neer!' antwoordde de oude man, waarop er een gigantisch paard kwam aanhollen dat per ongeluk de villa van de jongen vertrapte, dat vroeg: 'Heej.. Ik ben opeens 99,9 meter gegroeid.. Hoe kan dat? Is dat:
A: omdat ik een magisch groeidrankje heb ingenomen,
B: omdat paarden nou eenmaal groeien, de een iets meer dan de ander,
C: omdat rozen en scheepjes vergaan, of
D: omdat mijn lichaam door jullie conversatie de neiging heeft gehad om 99,9 meter te groeien..?'
'Tja.. Daar vraag je me wat!' antwoordde de oude man. 'Mij ook!' antwoordde de jongen, waarop het paard vroeg: 'Ik kan jullie allebei vertellen waar je mouwophouders kunt kopen. Ik zal het jullie vertellen, maar alleen degene die het goede antwoord geeft. Als jullie het allebei goed hebben, vertel ik het jullie beide, als jullie het fout hebben, zullen jullie sterven, en als eentje het goed heeft en de ander heeft het fout, zien we wel verder. Maar dat is nog niet alles, als jullie allebei het goede antwoord geven, zal degene die het eerst een paar mouwophouders heeft gekocht overleven, en de ander zal alsnog sterven. Akkoord..?' 'Mogen wij ook meedoen?' riep opeens een kabouterleger van achter het paard. 'Helaas, geen kabouters in mijn wedstrijd..' 'DITTIS DISCRIMINASIE!' riepen de kabouters en ze begonnen om zich heen te meppen met schepnetjes. Het paard aarzelde even, maar stelde vervolgens toch de vraag: 'Waarom zijn tomaten rood?' 'Tomaten zijn helemaal nie rood!' gilde ze allemaal in koor. 'Fout!' riep het paard, waarop een hevige conversatie losbarstte waaruit niet veel vredelievendheid was op te maken. 'Goed, goed, ik stel een nieuwe vraag,' zei het paard, lichtelijk geirriteerd door de vredelievende kabouters, de oude man en de jongen.
'Waarom zijn tomaten rood?' 'Tomaten zijn helemaal nie rood!' 'Goed!' de kabouters, de oude man en de jongen begonnen blij te springen, waarop het paard almaar kleiner werd en uiteindelijk verdween. Toen kwam er een individu uit de struiken met een tulband en een lange baard, die zei: 'Ik kan jullie aan mouwophouders helpen, maar dan moeten jullie mij een veilige schuilplaats geven!' 'Ehm... Wat dacht je van in de struiken?' vroeg de jongen, waarop de man blij begon te dansen en zong dat hij na jarenlang vluchten eindelijk een perfecte schuilplaats had gevonden.. 'Al met al, waar kan ik nu mouwophouders vinden?' vroeg de jongen. 'Geduld jongen, geduld!' riep de man en verdween in de struiken. 'Dat voegt ook al niet veel toe.. Maar al met al hebben we wel iemand geholpen met het vinden van een schuilplaats!' vonden de kabouters, waarop er een brief te paard uit de struiken kwam, die zijn paard hard liet rennen, en riep dat ze hem moesten vangen, en dat ze dan eindelijk te horen zouden krijgen waar ze mouwophouders zouden kunnen vinden. De oude man maakte uiteraard geen schijn van kans, de jongen liet de brief ook steeds ontsnappen, maar de kabouters natuurlijk weer niet.. (WAT LEREN WIJ HIER VAN: als je iets wil bereiken, zorg dan dat je altijd kabouters bij je hebt.) Maargoed, de kabouters hadden dus de brief gevangen, maar wilden die uiteraard niet afgeven.. Ze klapten de brief uit, en iets daarna kwamen zij erachter dat ze niet konden lezen. 'Ehm... Kunnen jullie lezen?' vroegen de kabouters aan de jongen en de oude man. 'Ikke niet!' zei de oude man. 'Maar ik wel hoor!' antwoordde de jongen zenuwachtig. 'In welke taal is het geschreven?' 'Ehh.. Hier staat dat het in 637 is geschreven, in het Oost-West Arabisch.' 'Ah..' mompelde de jongen..........
Hier even een onderbreking van dit spannende verhaal. Oost-West Arabie is een prachtige plek om te wonen en te leven. Verder is het de enige plek ter wereld waar nog schapen leven. Waarom
waarom verhuizen wij dan niet massaal naar Oost-West Arabie? Er is bovendien bijna geen belasting... Slechts 0,08 florijn, ongeacht uw eventuele bezittingen. Inderdaad, het enige nadeel aan Oost-West Arabie is dat je er *niet eens* met euro's kunt betalen! Toch ligt het wel degelijk in Europa. Hoe komt dit, gij lezer en/of lezeres? Wel, omdat men, tijdens het vergaderen over de invoer van de euro, nog steeds niemand had gevonden die zowel Oost-West Arabisch kon spreken als een andere Europese taal.. Zodoende kon Oost-West Arabie niet meedoen met de *Euro-landen*.. Hierover zijn menige onenigheden geweest, weliswaar in het Oost-West-Arabisch, maar, ze zijn er wel degelijk geweest. Niet mee eens? Stuur dan een *brief* (jawel, een echte brief, met zo'n envelop) naar: Kikker
Gondellaan 9
1503JK, Zaandam, Nederland.
Maargoed, al met al, er is dus stiekem *toch nog* een nadeel aan het wonen in Oost-West Arabie, de taal. Vooral aangezien er geen enkele mogelijkheid is deze taal te leren, aangezien degenen die het Oost-West-Arabisch beheersen geen andere talen kennen, en degenen die wel andere talen kennen geen Oost-West-Arabisch beheersen.
Naast het communiceren en het betalen, is het leven in Oost-West-Arabie prachtig. Wat dan ook een raadsel is, is dat het de Oost-West-Arabiers waren, die de mouwophouder uitvonden. Waren zij soms niet gelukkig zonder mouwophouders? Mensen, we zullen het nooit weten.. Ondanks dat, zullen wij hier later in dit verhaal nog op ingaan. Maar, nu verder met *het* verhaal.
'Dat kan ik niet lezen, hoor!' sprak de jongen. 'Het spijt mij vreselijk... Hoe komen wij nu te weten wat er precies in die brief staat?' 'Ik weet wat!' riep een kabouter. 'We laten het vertalen door een Oost-West-Arabier!'
Duidelijk is, dat *de kabouter* niet wist, dat er niemand meer was die Oost-West Arabisch sprak en ook een andere taal beheerste, en er dus niemand was die het voor ze kon vertalen. 'Ik weet wat! Ik heb de oplossing!' riep de oude man. 'Wat daaaaaaaaaaan?' vroegen de kabouters en de jongen. 'Jaaaa.. Dat ga ik jullie natuurlijk lekker niet vertellen! Maar ik ga die mouwophouders halen! Ave!' antwoordde de oude man, en hij scheurde de hoek om met zijn hi-tech electrische rolstoel. Uiteraard gingen de kabouters en de jongen er meteen ende direct achteraan, maar ja, dat ging natuurlijk ook weer niet goed, want de oude man merkte dat natuurlijk, en hij ging daarom een cafe binnen met een uithangbord 'In de oude dweil', enkel ende alleen maar om ze af te schudden. Hij bestelde een bitter lemon uit 1874, waarvan een glas 26 zou kosten, alleen: destijds kon je nog niet mer euro's betalen, en zelfs de gedachte dat je al je lieve mooie guldentjes moest wegdoen voor euro's speelde nog niet, (goeie ouwe tijd!) maar, men betaalde, met, goudstukken. Hij dronk zijn bitter lemon van 26 euro op die overigens geweldig smaakte, wat natuurlijk ook wel mag, voor een bitter lemon van 26 euro uit het topjaartje 1874, en begon een gesprek met een plaatselijke dorpsbewoner, die 19 lege bierglazen voor zich had staan waar een whisky-geur uit kwam, dat, origineel ende alternatief als zou waren, ging, over, jawel, het weer!
Maar, daar gaan wij helaas niet op in, en mocht je dat echt heel erg jammer vinden, dan kan ik je wel vertellen dat je niet verder hoeft te gaan dan 1 cm van waar je nu bent om zelf een gesprek over het weer te krijgen.
Al met al leek het of de kabouters en de jongen er vandoor waren gegaan, en zodoende wilde de oude man het cafe gaan vertalen, maar daarvoor moest hij eerst zijn bitter lemon uit 1874 van 26 euro betalen, en daar was hij natuurlijk weer niet toe in staat, aangezien hij geen goudstukken bij zich had. 'Kan ik hier pinnen?' vroeg hij daarom, origineel als hij was. 'Pinnen? Wat is het, dat dat is, mijnheer?' antwoordde de barman nieuwsgierig. Een minuutje of wat later hadden ze een deal: de barman kreeg de pinpas van de oude man, en de oude man hoefde niet te betalen. Dat was niet zo'n probleem, aangezien hij in 1628 de enige was die met een pinpas rondliep.
De oude man scheurde er snel vandoor met zijn hi-tech electrische rolstoel, toch bang dat de jongen en de kabouters ergens op de loer lagen. Hij reed het dorp uit, en het bos in. Echter, (het zal ook 'ns niet) hadden de kaboutertjes en de jongen hem aan de rand van het bos opgewacht, en, jawel, zij waren hem, gevolgd. Na een uur of twee lopen kwamen ze bij een altaar in de vorm van de aan- en uitknop van een wasknijper, waar de oude man aan het altaar vroeg waar hij mouwophouders kon vinden. Toen verscheen er een soort parkeermeterkoningin, die hem een kaart gaf van het enige eiland ter wereld waar je mouwophouders kan vinden. Dit was echter NIET Oost-West Arabie, maar, een ander eiland, wiens naam nog niet onthuld zal worden in deel 2, namelijk Noord-Zuid Arabie, gelegen tussen de Atlantische en de Indische Oceaan. 'Hmm.. En waar vind ik dit eiland?' vroeg de oude man, waaropn de parkeermeterkoningin hem een tweede kaart gaf, waarop stond waar dat eiland te vinden was. 'Buiten..?' vroeg de oude man, waarop de parkeermeterkoningin hem vertelde dat hij niet moest zeuren en maar beter op zoek kon gaan. De parkeermeterkoningin verdween weer in het niets, en de oude man scheurde er weer vandoor op zijn hi-tech electrische rolstoel.
Toen hij weg was, liepen de kabouters en de jongen ook naar het altaar. De parkeermeterkoningin verscheen opnieuw, en vertelde dat de oude man nu wel wist waar die mouwophouders lagen op het eiland, maar niet wist waar het eiland zich bevond. Ze gaf hen een kaart met daarop de locatie van het eiland. Bovendien wist de oude man niet hoe hij ze te pakken kon krijgen, ze werden namelijk zwaar bewaakt! 'Er zijn 7.4 'bewakers', maar ik help jullie maar bij 1, ik word namelijk ook een dagje ouder, ziet u, 140798 daagjes om precies te zijn, maar ik zie aan jullie gezichten dat jullie het daar niet zo graag over willen hebben. De eerste deur wordt bewaakt door de Chimaera. Ik kan jullie vertellen: die zal jullie allen tegelijk opvreten als jullie in de buurt komen. Bij dat soort dingen moet je gewoonlijk een list verzinnen, maar, deze keer niet! Dit is immers niet het type verhaal dat mensen over 100 jaren nog aan hun kleinkinderen vertellen, maar het type verhaal dat men overslaat na het lezen van de eerste 4 regels. (Nou, maar dan weet je mooi wel in welk jaar dit verhaal zich afspeelt!) Maar goed. Als jullie niet langs de Chimaera komen, wat doen jullie dan?' vroeg de parkeermeterkoningin. De kabouters deden een poging om elkaar aan te kijken, maar dat ging niet, aangezien zij met z'n 13'en waren, en er dus 1 over zou blijven, en dat heel zielig zou zien, dus ze keken maar naar de grond. 'Euhh.. Geen idee, denk ik.. Toch.. Eh.. He?' 'Zucht.. Waarom doe ik dit werk eigenlijk nog?!' vroeg de parkeermeterkoningin zich af. 'Maargoed, er is dus maar 1 oplossing: De achterdeur! Als je langs de Chimaera zou komen, kom je op precies dezelfde weg uit als wanneer je de achterdeur neemt. Goed, succes op jullie tocht, jongens!' zei ze, en verdween weder in het niets.
Ze gingen er snel vandoor, in de richting waarvan ze dachten dat de oude man in was gegaan. Het duurde echter niet lang voordat zij konden concluderen dat de oude man bij nader inzien, waarschijnlijk niet naar de lucht in was gevlogen. Dan gaan we déze kant op! Riep een kabouter, en zo geschiedde het. Ze liepen, en liepen, en liepen, tot ze aan de bosrand kwamen, waar een diep ravijn lag. Maar! In dit verhaal is het niet zo dat iemand zijn reisgenoten in het ravijn gooit, nee, iemand buiten het gezelschap duwde ze het ravijn in. 'Dag meneer!' riepen de kabouters, enigzins verbaasd. 'Dag kabouters!' riep de schuldige tegen het gezelschap, dat zich vast had weten te klemmen aan een lieftallig madeliefje dat tegen de stijle massief granieten rotswand groeide. 'Ik ben toevallig geen kabouter!' riep de jongen. 'Ach, mensen, kabouters, één pot nat. Maargoed, ik ben van de locale gemeente, en ik wil graag dat u deze enquête invult! Allemaal!' gilde hij, en reikte ze een aantal bladen toe. 'Als julile het niet erg vinden, ga ik intussen even een ommetje maken! Als jullie vragen hebben, stellen jullie ze maar aan mijn assistent!' riep hij, terwijl hij ze een Furby aanreikte. Vervolgens ging hij er vrolijk fluitend vandoor. 'Ehmm... Invullen dan maar..?' stelde de jongen voor, die bovenaan hing. Hij pakte een pen uit zijn zak, en begon met invullen. 'Vraag 1. Waar was u, op het moment dat u gevraagd werd deze enquête in te vullen? Ravijn... madeliefje.. bijna dood.. kabouters.. Vraag 2. Welke hoort niet in het rijtje thuis: appelboom, bananenrekje, aardappelmesje, tandenborstel, wc-rol, apenhok, veterstrikdiploma, plastic zak, bolhoed, plakje kaas, mouwophouders, fietsbel, autoradio. De fietsbel natuurlijk! Da's simpel. Vraag 3...' EN! Zo ging dat nog wel even door.
Om jullie brave lezers een lange enquête-invul-partij te besparen, slaan we de rest even over, en gaan we naar het moment, waarop de jongen klaar was, met het invullen, van zijn enquête. 'Klaar! En wat n..' *POEF!* Hij stond weer boven. Dat schoot de kabouters echter in het verkeerde keelgat, aangezien hij bovenaan hing. Ze vielen de afgrond in (Voor meer informatie over vallen, zie: Natuurkunde voor dummy's, door A.J. Flierpwerf), maar werden opgevangen door een knalroze JSF, waarin een mogelijke koper net een proefvlucht aan het maken was. 'Wat heb ik nou weer opgevangen..?' vroeg hij zich af. Hij zette de JSF op de automatische piloot, en klom het dak op. Maar! Wij gaan nu even door naar de oude man, om te kijken wat deze aan het doen is. Wel, hij was een boek over pijptabak aan het kopen bij de Bruna, zodat hij zich niet zou hoeven te vervelen op de lange reis die hij voor de boeg had.
De jongen was intussen zijn geduld verloren, en was op eigen houtje zonder de kabouters verder gegaan. Na een tijdje lopen, kwam hij aan bij een poort, waar 14 poortwachters stonden. 'Goedemiddag, hebben jullie misschien een oude man in een hi-tech electronische rolstoel voorbij zien komen?' 'Jazeker!' antwoordden de poortwachters. 'Ah, is hij soms door deze poort gegaan?' vroeg de jongen. 'Jazeker!' antwoordden de poortwachters opnieuw. 'En wat moet ik doen om er door te mogen?' 'Ons allemaal een mooi paar echte Zaanse klompen brengen!' 'Ja maar... Da's zo'n eind lopen!' 'Dat is jouw probleem, zonder 14 paar klompen kom je er niet door.' 'Ja maar.. Alsjebliéééééééééééééft..?' 'Nee.'
*Stilte...*
'..Kijk daar!' riep de jongen, en toen alle 14 poortwachters keken, was hij snel door het sleutelgat van de poort gekropen, wat groot genoeg was om een olifant doorheen te laten lopen. 'Hee, hij is verdwenen! Hoe kan dat nou?' vroegen de poortwachters zich af, en ze begonnen het terrein af te zoeken.