| 
	
	
	
	 
		
		Geen tranen meer voor poëzie  
 
De laatste haven voorbij gezonken, 
geen regen meer, geen enkele druppel 
Geen water voor later, geen zon in de rug, 
en geen nattigheid meer na het plassengehuppel 
 
Zo droog door de straten, vlucht weg uit het bad 
hoor vlindertjes praten, ze zeggen maar wat 
Zij kennen geen lijden, geen tranen of bloed 
slechts schoonheid en liefde, een kind uitgebroed 
 
Ik wrijf rustig de laatste plas inkt uit mijn ogen 
En weet bijna zeker: het komt wel weer goed  
 
Nog nooit is een mens zo bedrogen
	 
	
	
	
	
	
		
		
	__________________
	Dat heb je soms... 
	 
	
	 |