Voor het einde mag u me een nekschot geven. Voor de rest overigens ook.
- - -
Jürgen was een jongen die zich niet schroomde om van tijd tot tijd eens aan zijn zak te krabben. Niet zozeer om een plagerige jeuk te verjagen, ook al kon dat het geval zijn, maar eerder was het een soort zelfgenoegzaam gekietel. Sommigen mensen aaien een kat en Jürgen,... Ach.
Het bracht hem dikwijls in penibele situaties. Soms voelde hij een zekere aandrang terwijl hij in de tram zat. Hij durfde vroeger flitsend snel zijn hand even in en uit zijn broek te halen, maar sinds men beveiligingscamera's opgehangen had, bleef hij heen en weer wiebelen. Thuisgekomen kon hij immers op zijn eigen bank op gemak een kruistocht door spijkerbroek maken.
Maar op een dag toen Jürgen een ochtendwandeling in zijn boxershort maakte, bemerkte hij iets vreemds. Het koude zweet brak hem direct uit en hij voelde hoe zijn wereld en zijn balzak inéénkromp. Boven de linkerbal zat iets. Veel verder dan 'iets' kwam Jürgen namelijk niet.
Jürgen had er nooit getwijfeld aan de volmaaktheid van zijn geslachtsorgaan. Het deed zijn werk en lag bovendien lekker in de hand. Het idee dat een dokter ter controle zou jongleren met de boel, was nog nooit in hem opgekomen, maar nu moest hij het idee onder ogen zien. Samen met zijn dokter, een jonge vrouw die een bestraffende gezondheid uitstraalde. Haar witte tanden en vlakke huid maakten dat Jürgen zich bijna schuldig voelde als hij ziek was.
Jürgen had wel vrienden, maar met geen van allen had hij zo'n goede band dat hij zijn balzak op tafel kon leggen als zijnde het gespreksonderwerp van de avond. Bovendien verwachtte hij geen enorme deskundigheid op dit terrein van zijn vrienden, ten eerste omdat het zijn balzak was en zijn vrienden daar niet veel mee te maken hadden en ten tweede omdat zijn vrienden tegen het stompzinnige aan zaten.
Gelukkig bood het internet een uitkomst. Jürgen zocht op alle mogelijke synoniemen die hij voor een bal wist te verzinnen en na veertienhonderd mensen die biljarten naar de meest prominente plaats op het wereldwijde web probeerde te duwen, vond hij een forum waar mannen hun ei betreffende hun bal kwijt konden. Helaas voor Jürgen was het algemene advies dat men een dokter moest raadplegen. Waaraan hij vroeger zo ontspannen aan krabde, gierde nu door zijn hand terwijl hij zenuwachtig heen en weer surfte. Uiteindelijk vond hij een clou op een Russische medische site die leek te draaien op steenkoolvretende computers. Spermatocele.
Met een zonnebril op om de beelden af te weren, voerde Jürgen een zogenaamde afbeeldingenzoekopdracht uit. Na enkele verontrustende foto’s van operaties die er mislukt doch spetterend uitzagen, vond Jürgen een abstracte dwarsdoorsnede van de linkerteelbal. Toen hij eenmaal gewend was aan het idee, kon hij zien dat de term 'spermatocele' mogelijk op zijn probleem van toepassing was. De ultieme test was om te zien of het 'iets' doorschijnend was of niet. Jürgen pakte daarop een halogeenlamp die in zijn kamer stond, verbrandde zijn edelen delen tot tweemaal toe, verblindde zijn ogen en kon uiteindelijk vaststellen dat het daadwerkelijk om het onschuldige spermatocele ging.
Maar zijn opluchting maakte al snel plaats voor een algeheel gevoel van ongemak. Niet alleen omdat hij een halve middag lang zijn nageslacht in de knoop gelegd had, maar vooral omdat hij niet meer symmetrisch was. De ongeschonden en neutrale perfectheid die hij altijd dacht in zijn lichaam te kunnen vinden, bleek slechts een dun laken te zijn waaronder onbekende gezwellen en vreemdsoortige bobbels rondzwierven. Hij merkte dat zijn gelukzalig gekrab eerder een tevreden ge-aai was geweest, zoals een dikke man over zijn buik kan wrijven na een goed maal. Maar waarom zou hij trots zijn op zijn mismaakte en vergane glorie?
Jürgen rolde wild heen en weer in zijn bed e schreeuwde. “Klotezooi!”
- - -
LUH-3417
|