voor zover ik ze kan beantwoorden, geen garantie dat het allemaal goed is
1. De vergelijking M = Mo wordt vervangen door de vergelijking M = Ex - Im + Mo (M = geldhoeveelheid). Een verhoging van de uitvoer heeft nu een groter inkomenseffect.
waar staat Mo voor?
2. Een vertraging van de binnenlandse economische groei leidt tot een verslechtering van het saldo op de lopende rekening van dat land. Ceteris paribus
onjuist, de binnenlandse groei daalt, maar daardoor hoeft de export nog niet af te nemen.. de import kan wel dalen.. de lopende rekening zal eerder verbeteren
3. Indien Epe = Epm = 0 leidt een devaluatie niet tot een verbetering van de lopenede rekening. ceteris paribus
Epe = Epm, waar staat dat voor?
4. Een beleid van bestedingsverrui ing in NL kan leiden tot een koersstijging van de euro op de internationale valutamarkten, ceteris paribus
onjuist: als de nederlandse overheid meer uitgeeft verkoopt de overheid euro's, er wordt meer aanbod gecreerd waardoor de koers eerder zal dalen
5. De omvang van de buitenlandse schuld van Suriname kan niet van de Surinaamse betalingsbalans worden afgelezen
geloof onjuist, het tekort op de LR geeft de omvang van de buitenlandse schuld toch aan
6. Indien onderbesteding samengaat met een betalingsbalansoverschot is er sprake van een fundamentele verstoring
weet ik niet
7. Evenwicht op de basic balance: het saldo kapitaalverkeer wordt gecompenseerd door het structurele saldo op de lopende rekening.
als basic balance de betalingsbalans is dan is het onjuist, de effecten rekening en de goud- en deviezenvoorraad worden namelijk niet genoemd
8. Een fundamenteel overschot op de betalingsbalans kan worden betsreden door middel van een revalutatie
Juist als de munt tenminste geen volledige vrije koers heeft...
Een overschot op de betalingsbalans komt omdat er meer wordt geexporteerd dan er geimporteerd wordt, een oorzaak hiervan kan zijn dat de munt heel goedkoop is, een revaluatie maakt de munt duurder waardoor de export zal afnemen en de import kan toenemen omdat het buitenland nu weer goedkoop wordt.
9. Een loonmatigingsbeleid in NL is in eerste instantie gunstig voor de NL concurrentiepositie
juist, door de lonen te matigen stijgen de loonkosten minder hard dan in het buitenland, hierdoor zal de Nederlandse concurentiepositie stijgen ten opzichte van het buitenland
Op de langere termijn kan loonmatiging een ongunstig effect hebben aangezien de bedrijven niet meer zo erg worden gedwongen om met innovatieve oplossingen te koemn