De tweede afgeleide klopt wel (als je notatie wat vrij interpreteert zodat er staat wat er moet staan en niet wat er lijkt te staan).
Noem (van f') de noemer n en de teller t, dan krijgt men:
t = t' = -3ex
n = (ex+1)2 = u2
n' = dn/dx = dn/du * du/dx
n' = 2uex
n' = 2(ex+1)ex
f'' = (nt' - n't)/n2
f'' = ((ex+1)2-2(ex+1)ex)*-3ex / (ex+1)4
nu boven en onder door (ex+1) delen
f'' = (ex+1-2ex)*-3ex / (ex+1)3
f'' = (-3e2x-3ex+6e2x)/ (ex+1)3
f'' = (3e2x-3ex)/ (ex+1)3
En even wat noten, om het toch dydactisch te houden en het niet zomaar neer te laten komen op dat wij je het antwoord geven en jij er nog niks mee opschiet:
Wees vooral geduldig, zoals je ziet kan het tussendoor ellendig lang en ingewikkeld worden, maar het resultaat is soms (hier ook m.i.) nog best elegant.
Bij differentieren zul je vaak tegenkomen dat je meerdere regels moet toepassen, zoals hier quotient- en kettingregel, werk dan je stappen ook echt afzonderlijk uit, dus eerst afzonderlijk de afgeleides van teller en noemer zodat je die hebt en zo in de quotientregel kan plukken. (Al is het soms mogelijk om op inzicht dingen anders te doen, zoals hier omdat t' = t zou je kunnen zeggen (nt'-n't)/n2 = t*(n-n')/n2 om het sneller te doen, maar goed.)
En het lijkt misschien alsof ik dit even doe, maar ik heb er ook een halve achterkant van een rief van de postbank aan opgeofferd om het op te lossen, dus wees niet bang.
__________________
"It is, in fact, nothing short of a miracle that the modern methods of instruction have not entirely strangled the holy curiosity of inquiry." - AE
|